search


interactive GDPR 2016/0679 NL

BG CS DA DE EL EN ES ET FI FR GA HR HU IT LV LT MT NL PL PT RO SK SL SV print pdf

2016/0679 NL jump to: cercato: 'zowel' . Output generated live by software developed by IusOnDemand srl
 

Artikel 25

Gegevensbescherming door ontwerp en door standaardinstellingen

1.   Rekening houdend met de stand van de techniek, de uitvoeringskosten, en de aard, de omvang, de context en het doel van de verwerking alsook met de qua waarschijnlijkheid en ernst uiteenlopende risico's voor de rechten en vrijheden van natuurlijke personen welke aan de verwerking zijn verbonden, treft de verwerkingsverantwoordelijke, zowel bij de bepaling van de verwerkingsmiddelen als bij de verwerking zelf, passende technische en organisatorische maatregelen, zoals pseudonimisering, die zijn opgesteld met als doel de gegevensbeschermingsbeginselen, zoals minimale gegevensverwerking, op een doeltreffende manier uit te voeren en de nodige waarborgen in de verwerking in te bouwen ter naleving van de voorschriften van deze verordening en ter bescherming van de rechten van de betrokkenen.

2.   De verwerkingsverantwoordelijke treft passende technische en organisatorische maatregelen om ervoor te zorgen dat in beginsel alleen persoonsgegevens worden verwerkt die noodzakelijk zijn voor elk specifiek doel van de verwerking. Die verplichting geldt voor de hoeveelheid verzamelde persoonsgegevens, de mate waarin zij worden verwerkt, de termijn waarvoor zij worden opgeslagen en de toegankelijkheid daarvan. Deze maatregelen zorgen met name ervoor dat persoonsgegevens in beginsel niet zonder menselijke tussenkomst voor een onbeperkt aantal natuurlijke personen toegankelijk worden gemaakt.

3.   Een overeenkomstig artikel 42 goedgekeurd certificeringsmechanisme kan worden gebruikt als element om aan te tonen dat aan de voorschriften van de leden 1 en 2 van dit artikel is voldaan.

Artikel 54

Regels inzake de oprichting van de toezichthoudende autoriteit

1.   Elke lidstaat regelt al het volgende bij wet:

a)

de oprichting van elke toezichthoudende autoriteit;

b)

de vereiste kwalificaties en voorwaarden om als lid te worden benoemd voor elke toezichthoudende autoriteit;

c)

de regels en procedures voor de benoeming van het lid of de leden van elke toezichthoudende autoriteit;

d)

de ambtstermijn van het lid of de leden van elke toezichthoudende autoriteit, die ten minste vier jaar bedraagt, behoudens de eerste ambtstermijn na 24 mei 2016, die korter kan zijn wanneer dat nodig is om de onafhankelijkheid van de toezichthoudende autoriteit door middel van een in de tijd gespreide benoemingsprocedure te beschermen;

e)

of het lid of de leden van elke toezichthoudende autoriteit opnieuw kan of kunnen worden benoemd en zo ja, hoe vaak;

f)

de voorwaarden in verband met de plichten van het lid of de leden en de personeelsleden van elke toezichthoudende autoriteit, de verboden op met die plichten onverenigbare handelingen, werkzaamheden en voordelen tijdens en na de ambtstermijn en de regels betreffende de beëindiging van de ambtstermijn onderscheidenlijk de arbeidsverhouding.

2.   Ten aanzien van de vertrouwelijke informatie die hun bij de uitvoering van hun taken of de uitoefening van hun bevoegdheden ter kennis is gekomen, geldt voor het lid of de leden en de personeelsleden van elke toezichthoudende autoriteit zowel tijdens hun ambtstermijn als daarna het beroepsgeheim, zulks overeenkomstig Unierecht of lidstatelijk recht. Tijdens hun ambtstermijn geldt het beroepsgeheim met name voor meldingen van inbreuken op deze verordening door natuurlijke personen.

Afdeling 2

Competentie, taken en bevoegdheden

Artikel 92

Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie

1.   De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.

2.   De in artikel 12, lid 8, en artikel 43, lid 8, bedoelde bevoegdheidsdelegatie wordt aan de Commissie toegekend voor onbepaalde tijd met ingang van 24 mei 2016.

3.   Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 12, lid 8, en artikel 43, lid 8, bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.

4.   Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.

5.   Een overeenkomstig artikel 12, lid 8, en artikel 43, lid 8, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van drie maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of van de Raad met drie maanden verlengd.

Artikel 97

Commissieverslagen

1.   Uiterlijk op 25 mei 2020 en om de vier jaar daarna, dient de Commissie een verslag in bij het Europees Parlement en de Raad over de evaluatie en de toetsing van deze verordening. De verslagen worden openbaar gemaakt.

2.   In het kader van de in lid 1 bedoelde evaluaties en toetsingen beoordeelt de Commissie met name de toepassing en de werking van:

a)

hoofdstuk V betreffende de doorgifte van persoonsgegevens aan derde landen of internationale organisaties, in het bijzonder met betrekking tot krachtens artikel 45, lid 3, van deze verordening vastgestelde besluiten en op grond van artikel 25, lid 6, van Richtlijn 95/46/EG vastgestelde besluiten;

b)

hoofdstuk VII betreffende samenwerking en coherentie.

3.   Voor het in lid 1 vermelde doel kan de Commissie zowel de lidstaten als toezichthoudende autoriteiten om informatie verzoeken.

4.   Bij de uitvoering van de in de leden 1 en 2 vermelde evaluaties en toetsingen neemt de Commissie de standpunten en bevindingen van het Europees Parlement, van de Raad, en van andere relevante instanties of bronnen in aanmerking.

5.   Indien nodig dient de Commissie passende voorstellen in teneinde deze verordening te wijzigen, met name in het licht van de ontwikkelingen in de informatietechnologie en de stand van zaken in de informatiemaatschappij.


whereas

dal 2004 diritto e informatica