search


interactive GDPR 2016/0679 NL

BG CS DA DE EL EN ES ET FI FR GA HR HU IT LV LT MT NL PL PT RO SK SL SV print pdf

2016/0679 NL jump to: cercato: 'overeenstemming' . Output generated live by software developed by IusOnDemand srl


index overeenstemming:


whereas overeenstemming:


definitions:


cloud tag: and the number of total unique words without stopwords is: 876

 

Artikel 24

Verantwoordelijkheid van de verwerkingsverantwoordelijke

1.   Rekening houdend met de aard, de omvang, de context en het doel van de verwerking, alsook met de qua waarschijnlijkheid en ernst uiteenlopende risico's voor de rechten en vrijheden van natuurlijke personen, treft de verwerkingsverantwoordelijke passende technische en organisatorische maatregelen om te waarborgen en te kunnen aantonen dat de verwerking in overeenstemming met deze verordening wordt uitgevoerd. Die maatregelen worden geëvalueerd en indien nodig geactualiseerd.

2.   Wanneer zulks in verhouding staat tot de verwerkingsactiviteiten, omvatten de in lid 1 bedoelde maatregelen een passend gegevensbeschermingsbeleid dat door de verwerkingsverantwoordelijke wordt uitgevoerd.

3.   Het aansluiten bij goedgekeurde gedragscodes als bedoeld in artikel 40 of goedgekeurde certificeringsmechanismen als bedoeld in artikel 42 kan worden gebruikt als element om aan te tonen dat de verplichtingen van de verwerkingsverantwoordelijke zijn nagekomen.

Artikel 39

Taken van de functionaris voor gegevensbescherming

1.   De functionaris voor gegevensbescherming vervult ten minste de volgende taken:

a)

de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker en de werknemers die verwerken, informeren en adviseren over hun verplichtingen uit hoofde van deze verordening en andere Unierechtelijke of lidstaatrechtelijke gegevensbeschermingsbepalingen;

b)

toezien op naleving van deze verordening, van andere Unierechtelijke of lidstaatrechtelijke gegevensbeschermingsbepalingen en van het beleid van de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker met betrekking tot de bescherming van persoonsgegevens, met inbegrip van de toewijzing van verantwoordelijkheden, bewustmaking en opleiding van het bij de verwerking betrokken personeel en de betreffende audits;

c)

desgevraagd advies verstrekken met betrekking tot de gegevensbeschermingseffect-beoordeling en toezien op de uitvoering daarvan in overeenstemming met artikel 35;

d)

met de toezichthoudende autoriteit samenwerken;

e)

optreden als contactpunt voor de toezichthoudende autoriteit inzake met verwerking verband houdende aangelegenheden, met inbegrip van de in artikel 36 bedoelde voorafgaande raadpleging, en, waar passend, overleg plegen over enige andere aangelegenheid.

2.   De functionaris voor gegevensbescherming houdt bij de uitvoering van zijn taken naar behoren rekening met het aan verwerkingen verbonden risico, en met de aard, de omvang, de context en de verwerkingsdoeleinden.

Afdeling 5

Gedragscodes en certificering

Artikel 42

Certificering

1.   De lidstaten, de toezichthoudende autoriteiten, het Comité en de Commissie bevorderen, met name op Unieniveau, de invoering van certificeringsmechanismen voor gegevensbescherming en gegevensbeschermingszegels en -merktekens waarmee kan worden aangetoond dat verwerkingsverantwoordelijken en verwerkers bij verwerkingen in overeenstemming met deze verordening handelen. Er wordt ook rekening gehouden met de specifieke behoeften van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen.

2.   Ter aanvulling op de naleving door verwerkingsverantwoordelijken of verwerkers die onder deze verordening vallen, kunnen tevens uit hoofde van lid 5 van dit artikel goedgekeurde certificeringsmechanismen voor gegevensbescherming, gegevensbeschermingszegels of -merktekens worden ingevoerd om aan te tonen dat de verwerkingsverantwoordelijken of verwerkers die overeenkomstig artikel 3 niet onder deze verordening vallen, in het kader van de doorgiften van persoonsgegevens aan derde landen of internationale organisaties onder de voorwaarden als bedoeld in artikel 46, lid 2, punt f), passende waarborgen bieden. Die verwerkingsverantwoordelijken of verwerkers doen, via contractuele of andere juridisch bindende instrumenten, bindende en afdwingbare toezeggingen om die passende waarborgen toe te passen, ook wat betreft de rechten van de betrokkenen.

3.   De certificering is vrijwillig en toegankelijk via een transparant proces.

4.   Een certificering op grond van dit artikel doet niets af aan de verantwoordelijkheid van de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker om deze verordening na te leven en laat de taken en bevoegdheden van de overeenkomstig artikel 55 of 56 bevoegde toezichthoudende autoriteiten onverlet.

5.   Een certificaat uit hoofde van dit artikel wordt afgegeven door de in artikel 43 bedoelde certificerende organen of door de bevoegde toezichthoudende autoriteit, op grond van de criteria die zijn goedgekeurd door die bevoegde toezichthoudende autoriteit op grond van artikel 58, lid 3, of door het Comité overeenkomstig artikel 63. Indien de criteria door het Comité zijn goedgekeurd, kan dit leiden tot een gemeenschappelijke certificaat, het Europees gegevensbeschermingszegel.

6.   De verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker die zijn verwerking aan het certificeringsmechanisme onderwerpt, verstrekt aan het in artikel 43 bedoelde certificeringsorgaan, of, waar van toepassing, aan de bevoegde toezichthoudende autoriteit de voor de uitvoering van de certificeringsprocedure noodzakelijke informatie en verleent het orgaan of de autoriteit toegang tot zijn verwerkingsactiviteiten.

7.   Het certificaat wordt afgegeven aan een verwerkingsverantwoordelijke of een verwerker voor een maximumperiode van drie jaar en kan worden verlengd onder dezelfde voorwaarden, mits bij voortduring aan de relevante eisen kan worden voldaan. Indien van toepassing wordt het certificaat ingetrokken door de in artikel 43 bedoelde certificerende organen of door de bevoegde toezichthoudende autoriteit, wanneer aan de eisen voor de certificering niet of niet meer wordt voldaan.

8.   Het Comité verzamelt alle certificeringsmechanismen en gegevensbeschermingszegels en -merktekens in een register en maakt deze via de daartoe geëigende kanalen openbaar.

Artikel 43

Certificeringsorganen

1.   Onverminderd de taken en bevoegdheden van de bevoegde toezichthoudende autoriteit uit hoofde van de artikelen 57 en 58, gaan certificeringsorganen die over de passende deskundigheid met betrekking tot gegevensbescherming beschikt, wordt in voorkomend geval na kennisgeving aan de toezichthoudende autoriteit met het oog op de uitoefening van haar bevoegdheden overeenkomstig artikel 58, lid 2, punt h), over tot afgifte en verlenging van het certificaat. De lidstaten zorgen ervoor dat die certificeringsorganen worden geaccrediteerd door één van de volgende instanties:

a)

de toezichthoudende autoriteit die bevoegd is overeenkomstig artikel 55 of 56;

b)

de nationale accreditatie-instantie die is aangewezen in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 765/2008 van het Europees Parlement en de Raad (20), in overeenstemming met EN-ISO/IEC 17065/2012 en met de aanvullende eisen die door de overeenkomstig artikel 55 of 56 bevoegde toezichthoudende autoriteit zijn vastgesteld.

2.   De in lid 1 bedoelde certificeringsorganen kunnen overeenkomstig dit lid uitsluitend worden geaccrediteerd indien zij:

a)

ten genoegen van de bevoegde toezichthoudende autoriteit, hun onafhankelijkheid en deskundigheid met betrekking tot het certificeringsonderwerp hebben aangetoond;

b)

er zich toe verbonden hebben aan de in artikel 42, lid 5, bedoelde criteria te voldoen, welke zijn goedgekeurd door de op grond van artikel 55 of 56 bevoegde toezichthoudende autoriteit of, overeenkomstig artikel 63, door het Comité;

c)

procedures hebben vastgesteld voor de uitgifte, periodieke toetsing en intrekking van certificeringsmechanismen voor gegevensbescherming, gegevensbeschermingszegels en -merktekens;

d)

procedures en structuren hebben vastgesteld om klachten te behandelen over inbreuken op de certificering of de wijze waarop daaraan uitvoering is of wordt gegeven door de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker, en om die procedures en structuren voor betrokkenen en het publiek transparant te maken; en

e)

ten genoegen van de bevoegde toezichthoudende autoriteit, aantoont dat hun taken en plichten niet tot een belangenconflict leiden.

3.   De accreditatie van de in de leden 1 en 2 van dit artikel bedoelde certificeringsorganen vindt plaats op basis van criteria die zijn goedgekeurd door de op grond van artikel 55 of 56 bevoegde toezichthoudende autoriteit of, overeenkomstig artikel 63, door het Comité. In het geval van een accreditatie in de zin van lid 1, punt b), van dit artikel zijn die eisen een aanvulling op de eisen van Verordening (EG) nr. 765/2008 en de technische regels die een beschrijving van de methoden en procedures van de certificeringsorganen geven.

4.   De in lid 1 bedoelde certificeringsorganen zijn verantwoordelijk voor de juiste beoordeling, die tot certificering of de intrekking van die certificering leidt, onverminderd de verantwoordelijkheid van de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker voor de naleving van deze verordening. De accreditatie wordt afgegeven voor een maximumperiode van vijf jaar en kan onder dezelfde voorwaarden worden verlengd, mits het certificeringsorgaan aan de in dit artikel gestelde eisen blijft voldoen.

5.   De in lid 1 bedoelde certificeringsorganen stellen de bevoegde toezichthoudende autoriteiten op de hoogte van de redenen voor het afgeven of het intrekken van het aangevraagde certificaat.

6.   De in lid 3 van dit artikel bedoelde voorschriften en de in artikel 42, lid 5, bedoelde criteria worden door de toezichthoudende autoriteit in een eenvoudig toegankelijke vorm openbaar gemaakt. De toezichthoudende autoriteiten delen die eisen en criteria ook mee aan het Comité. Het Comité verzamelt alle certificeringsmechanismen en gegevensbeschermingszegels in een register en maakt deze via geëigende kanalen openbaar.

7.   Indien de voorwaarden voor de accreditatie niet of niet meer worden vervuld of indien de door een certificeringsorgaan genomen maatregelen inbreuk maken op deze verordening trekt de bevoegde toezichthoudende autoriteit of de nationale accreditatie-instantie, onverminderd hoofdstuk VIII, de overeenkomstig lid 1 van dit artikel aan een certificeringsorgaan afgegeven accreditatie in.

8.   De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 92 gedelegeerde handelingen vast te stellen met het oog op de nadere invulling van de in aanmerking te nemen eisen voor de in artikel 42, lid 1, bedoelde certificeringsmechanismen voor gegevensbescherming.

9.   De Commissie kan uitvoeringshandelingen vaststellen die voorzien in technische normen voor certificeringsmechanismen en gegevensbeschermingszegels en -merktekens en mechanismen ter bevordering en erkenning van die certificeringsmechanismen en gegevensbeschermingszegels en -merktekens. Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 93, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.

HOOFDSTUK V

Doorgiften van persoonsgegevens aan derde landen of internationale organisaties

Artikel 47

Bindende bedrijfsvoorschriften

1.   De bevoegde toezichthoudende autoriteit keurt in overeenstemming met het in artikel 63 bedoelde coherentiemechanism bindende bedrijfsvoorschriften goed, op voorwaarde dat deze:

a)

juridisch bindend zijn voor, van toepassing zijn op en worden gehandhaafd door alle betrokken leden van het concern, of de groepering van ondernemingen die gezamenlijk een economische activiteit uitoefenen, met inbegrip van hun werknemers;

b)

betrokkenen uitdrukkelijk afdwingbare rechten toekennen met betrekking tot de verwerking van hun persoonsgegevens; en

c)

voldoen aan de in lid 2 vastgestelde vereisten.

2.   In de in lid 1 bedoelde bindende bedrijfsvoorschriften worden minstens de volgende elementen vastgelegd:

a)

de structuur en de contactgegevens van het concern of de groepering van ondernemingen die gezamenlijk een economische activiteit uitoefenen en van elk van haar leden;

b)

de gegevensdoorgiften of reeks van doorgiften, met inbegrip van de categorieën van persoonsgegevens, het soort verwerking en de doeleinden daarvan, het soort betrokkenen in kwestie en de identificatie van het derde land of de derde landen in kwestie;

c)

het intern en extern juridisch bindende karakter;

d)

de toepassing van de algemene beginselen inzake gegevensbescherming, met name doelbinding, minimale gegevensverwerking, beperkte opslagtermijnen, kwaliteit van gegevens, gegevensbescherming door standaardinstellingen en door ontwerp, rechtsgrond voor verwerking, verwerking van bijzondere categorieën van persoonsgegevens, maatregelen om gegevensbeveiliging te waarborgen, en de vereisten inzake verdere doorgiften aan organen die niet door bindende bedrijfsvoorschriften zijn gebonden;

e)

de rechten van betrokkenen in verband met verwerking en de middelen om die rechten uit te oefenen, waaronder het recht om niet te worden onderworpen aan louter op geautomatiseerde verwerking gebaseerde besluiten, met inbegrip van profilering overeenkomstig artikel 22, het recht om een klacht in te dienen bij de bevoegde toezichthoudende autoriteit, om een vordering in te stellen bij de bevoegde gerechten van de lidstaten overeenkomstig artikel 79, en om schadeloosstelling en, in voorkomend geval, een vergoeding te verkrijgen voor een inbreuk op de bindende bedrijfsvoorschriften;

f)

de aanvaarding door de op het grondgebied van een lidstaat gevestigde verwerkingsverantwoordelijke of verwerker van aansprakelijkheid voor alle inbreuken op de bindende bedrijfsvoorschriften door een niet in de Unie gevestigd betrokken lid; de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker wordt alleen geheel of gedeeltelijk van deze aansprakelijkheid ontheven, indien hij bewijst dat dat lid niet verantwoordelijk is voor het schadebrengende feit;

g)

de wijze waarop, in aanvulling op de in de artikelen 13 en 14 bedoelde informatie, aan betrokkenen informatie wordt verschaft over de bindende bedrijfsvoorschriften, met name over de bepalingen in de punten d), e) en f);

h)

de taken van elke overeenkomstig artikel 37 aangewezen functionaris voor gegevensbescherming, of elke andere persoon of entiteit die is belast met het toezicht op de naleving van de bindende bedrijfsvoorschriften binnen het concern of de groepering van ondernemingen die gezamenlijk een economische activiteit uitoefenen, op opleiding en op de behandeling van klachten;

i)

de klachtenprocedures;

j)

de binnen het concern of de groepering van ondernemingen die gezamenlijk een economische activiteit uitoefenen bestaande procedures om te controleren of de bindende bedrijfsvoorschriften zijn nageleefd. Dergelijke procedures omvatten gegevensbeschermingsaudits en -methoden om te zorgen voor corrigerende maatregelen ter bescherming van de rechten van de betrokkene. De resultaten van dergelijke controles dienen te worden meegedeeld aan de in punt h) bedoelde persoon of entiteit en aan de raad van bestuur van de onderneming die zeggenschap uitoefent over een concern, of van de groepering van ondernemingen die gezamenlijk een economische activiteit uitoefenen, en dienen op verzoek ter beschikking van de bevoegde toezichthoudende autoriteit te worden gesteld;

k)

de procedures om die veranderingen in de regels te melden, te registreren en aan de toezichthoudende autoriteit te melden;

l)

de procedure voor samenwerking met de toezichthoudende autoriteit om ervoor te zorgen dat alle leden van het concern of de groepering van ondernemingen die gezamenlijk een economische activiteit uitoefenen de bindende bedrijfsvoorschriften naleven, in het bijzonder door de resultaten van de in punt j) bedoelde controles ter beschikking van de toezichthoudende autoriteit te stellen;

m)

de procedures om eventuele wettelijke voorschriften waaraan een lid van het concern of de groepering van ondernemingen die gezamenlijk een economische activiteit uitoefenen in een derde land is onderworpen en die waarschijnlijk een aanzienlijk negatief effect zullen hebben op de door de bindende bedrijfsvoorschriften geboden waarborgen, aan de bevoegde toezichthoudende autoriteit te melden; en

n)

de passende opleiding inzake gegevensbescherming voor personeel dat permanent of op regelmatige basis toegang tot persoonsgegevens heeft.

3.   De Commissie kan het model en de procedures voor de uitwisseling van informatie over bindende bedrijfsvoorschriften in de zin van dit artikel tussen verwerkingsverantwoordelijken, verwerkers en toezichthoudende autoriteiten nader bepalen. Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 93, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.

Artikel 58

Bevoegdheden

1.   Elk toezichthoudende autoriteit heeft alle volgende onderzoeksbevoegdheden om:

a)

de verwerkingsverantwoordelijke, de verwerker en, in voorkomend geval, de vertegenwoordiger van de verwerkingsverantwoordelijke of van verwerker te gelasten alle voor de uitvoering van haar taken vereiste informatie te verstrekken;

b)

onderzoeken te verrichten in de vorm van gegevensbeschermingscontroles;

c)

een toetsing te verrichten van de overeenkomstig artikel 42, lid 7, afgegeven certificeringen;

d)

de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker in kennis te stellen van een beweerde inbreuk op deze verordening;

e)

van de verwerkingsverantwoordelijke en de verwerker toegang te verkrijgen tot alle persoonsgegevens en alle informatie die noodzakelijk is voor de uitvoering van haar taken; en

f)

toegang te verkrijgen tot alle bedrijfsruimten van de verwerkingsverantwoordelijke en de verwerker, daaronder begrepen tot alle uitrustingen en middelen voor gegevensverwerking, in overeenstemming met het uniale of lidstatelijke procesrecht.

2.   Elk toezichthoudende autoriteit heeft alle volgende bevoegdheden tot het nemen van corrigerende maatregelen:

a)

de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker waarschuwen dat met de voorgenomen verwerkingen waarschijnlijk inbreuk op bepalingen van deze verordening wordt gemaakt;

b)

de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker berispen wanneer met verwerkingen inbreuk op bepalingen van deze verordening is gemaakt;

c)

de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker gelasten de verzoeken van de betrokkene tot uitoefening van zijn rechten uit hoofde van deze verordening in te willigen;

d)

de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker gelasten, waar passend, op een nader bepaalde manier en binnen een nader bepaalde termijn, verwerkingen in overeenstemming te brengen met de bepalingen van deze verordening;

e)

de verwerkingsverantwoordelijke gelasten een inbreuk in verband met persoonsgegevens aan de betrokkene mee te delen;

f)

een tijdelijke of definitieve verwerkingsbeperking, waaronder een verwerkingsverbod, opleggen;

g)

het rectificeren of wissen van persoonsgegevens of het beperken van verwerking uit hoofde van de artikelen 16, 17 en 18 gelasten, alsmede de kennisgeving van dergelijke handelingen aan ontvangers aan wie de persoonsgegevens zijn verstrekt, overeenkomstig artikel 17, lid 2, en artikel 19;

h)

een certificering intrekken of het certificeringsorgaan gelasten een uit hoofde van de artikelen 42 en 43 afgegeven certificering in te trekken, of het certificeringsorgaan te gelasten geen certificering af te geven indien niet langer aan de certificeringsvereisten wordt voldaan;

i)

naargelang de omstandigheden van elke zaak, naast of in plaats van de in dit lid bedoelde maatregelen, een administratieve geldboete opleggen op grond van artikel 83; en

j)

de opschorting van gegevensstromen naar een ontvanger in een derde land of naar een internationale organisatie gelasten.

3.   Elke toezichthoudende autoriteit heeft alle autorisatie- en adviesbevoegdheden om:

a)

de verwerkingsverantwoordelijke advies te verstrekken in overeenstemming met de procedure van voorafgaande raadpleging van artikel 36;

b)

op eigen initiatief dan wel op verzoek, aan het nationaal parlement, aan de regering van de lidstaat, of overeenkomstig het lidstatelijke recht aan andere instellingen en organen alsmede aan het publiek advies te verstrekken over aangelegenheden die verband houden met de bescherming van persoonsgegevens;

c)

toestemming te geven voor verwerking als bedoeld in artikel 36, lid 5, indien die voorafgaande toestemming door het lidstatelijke recht wordt voorgeschreven;

d)

overeenkomstig artikel 40, lid 5, advies uit te brengen over en goedkeuring te hechten aan de ontwerpgedragscodes;

e)

certificeringsorganen te accrediteren overeenkomstig artikel 43;

f)

certificeringen af te geven en certificeringscriteria goed te keuren overeenkomstig artikel 42, lid 5;

g)

de in artikel 28, lid 8, en artikel 46, lid 2, punt d), bedoelde standaardbepalingen inzake gegevensbescherming aan te nemen;

h)

toestemming te verlenen voor de in artikel 46, lid 3, punt a), bedoelde contractbepalingen;

i)

toestemming te verlenen voor de in artikel 46, lid 3, punt b), bedoelde administratieve regelingen;

j)

goedkeuring te hechten aan bindende bedrijfsvoorschriften overeenkomstig artikel 47.

4.   Op de uitoefening van de bevoegdheden die uit hoofde van dit artikel aan de toezichthoudende autoriteit worden verleend, zijn passende waarborgen van toepassing, daaronder begrepen doeltreffende voorziening in rechte en eerlijke rechtsbedeling, zoals overeenkomstig het Handvest vastgelegd in het Unierecht en het lidstatelijke recht.

5.   Elke lidstaat bepaalt bij wet dat zijn toezichthoudende autoriteit bevoegd is inbreuken op deze verordening ter kennis te brengen van de gerechtelijke autoriteiten en, waar passend, daartegen een rechtsvordering in te stellen of anderszins in rechte op te treden, teneinde de bepalingen van deze verordening te doen naleven.

6.   Elke lidstaat kan bij wet bepalen dat zijn toezichthoudende autoriteit, naast de in lid 1, 2 en 3 bedoelde bevoegdheden bijkomende bevoegdheden heeft. De uitoefening van die bevoegdheden doet geen afbreuk aan de doeltreffende werking van hoofdstuk VII.

Artikel 64

Advies van het Comité

1.   Het Comité brengt een advies uit wanneer een bevoegde toezichthoudende autoriteit voornemens is een van onderstaande maatregelen vast te stellen. Hiertoe deelt de bevoegde toezichthoudende autoriteit het Comité het ontwerpbesluit mee indien het:

a)

de vaststelling beoogt van een lijst van verwerkingen waarvoor de eis inzake een gegevensbeschermingseffectbeoordeling overeenkomstig artikel 35, lid 4, geldt;

b)

betrekking heeft op de vraag, overeenkomstig artikel 40, lid 7, of een gedragscode of de wijziging of uitbreiding van een gedragscode met deze verordening in overeenstemming is;

c)

beoogt de criteria voor accreditatie van een orgaan overeenkomstig artikel 41, lid 3, of een certificeringsorgaan overeenkomstig artikel 43, lid 3, goed te keuren;

d)

de vaststelling beoogt van de in artikel 46, lid 2, onder d), en in artikel 28, lid 8, bedoelde standaardbepalingen inzake gegevensbescherming;

e)

de toestemming beoogt voor de in artikel 46, lid 3, onder a), bedoelde contractbepalingen; of

f)

de goedkeuring beoogt van bindende bedrijfsvoorschriften in de zin van artikel 47.

2.   Een toezichthoudende autoriteit, de voorzitter van het Comité of de Commissie kunnen elk verzoeken dat aangelegenheden van algemene strekking of met rechtsgevolgen in meer dan één lidstaat worden onderzocht door het Comité teneinde advies te verkrijgen, met name wanneer een bevoegde toezichthoudende autoriteit haar verplichtingen tot wederzijdse bijstand overeenkomstig artikel 61, of tot gezamenlijke werkzaamheden overeenkomstig artikel 62, niet nakomt.

3.   Het Comité brengt in de in de leden 1 en 2 bedoelde gevallen een advies uit over de aan het Comité voorgelegde aangelegenheid, mits het daarover niet eerder advies heeft uitgebracht. Dat advies wordt binnen acht weken vastgesteld met gewone meerderheid van de leden van het Comité. Die termijn kan met zes weken worden verlengd, rekening houdend met de complexiteit van de aangelegenheid. Met het in lid 1 bedoelde ontwerpbesluit, dat overeenkomstig lid 5 onder de leden van het Comité wordt verspreid, wordt een lid dat niet binnen een redelijke, door de voorzitter aangegeven termijn bezwaar heeft aangetekend, geacht in te stemmen.

4.   De toezichthoudende autoriteiten en de Commissie delen onverwijld langs elektronische weg door middel van een standaardformulier het Comité alle relevante informatie mee, waaronder naargelang het geval een samenvatting van de feiten, het ontwerpbesluit, de redenen waarom een dergelijke maatregel moet worden genomen en de standpunten van andere betrokken toezichthoudende autoriteiten.

5.   De voorzitter van het Comité stelt onverwijld langs elektronische weg:

a)

de leden van het Comité en de Commissie door middel van een standaardformulier in kennis van alle relevante informatie die het Comité heeft ontvangen. Het secretariaat van het Comité verstrekt indien nodig vertalingen van relevante informatie; en

b)

de, naargelang het geval, in de leden 1 en 2 bedoelde toezichthoudende autoriteit en de Commissie in kennis van het advies en maakt dat advies bekend.

6.   De bevoegde toezichthoudende autoriteit stelt haar in lid 1 bedoelde ontwerpbesluit niet vast binnen de in lid 3 bedoelde termijn.

7.   De in lid 1 bedoelde toezichthoudende autoriteit houdt maximaal rekening met het advies van het Comité en deelt de voorzitter van het Comité binnen twee weken na ontvangst van het advies langs elektronische weg door middel van een standaardformulier mee of zij haar ontwerpbesluit zal handhaven dan wel wijzigen alsmede, in voorkomend geval het gewijzigde ontwerpbesluit.

8.   Wanneer de betrokken toezichthoudende autoriteit de voorzitter van het Comité binnen de in lid 7 van dit artikel bedoelde termijn, onder opgave van de redenen, kennis geeft van haar voornemen het advies van het Comité geheel of gedeeltelijk niet op te volgen, is artikel 65, lid 1, van toepassing.

Artikel 70

Taken van het Comité

1.   Het Comité zorgt ervoor dat deze verordening consequent wordt toegepast. Daartoe doet het Comité op eigen initiatief of, waar passend, op verzoek van de Commissie met name het volgende:

a)

toezien op en zorgen voor de juiste toepassing van deze verordening in de in de artikelen 64 en 65 bedoelde gevallen, onverminderd de taken van de nationale toezichthoudende autoriteiten;

b)

adviseren van de Commissie over aangelegenheden in verband met de bescherming van persoonsgegevens in de Unie, waaronder alle voorgestelde wijzigingen van deze verordening;

c)

adviseren van de Commissie over het mechanisme en de procedures voor de uitwisseling van informatie wat betreft bindende bedrijfsvoorschriften tussen verwerkingsverantwoordelijken, verwerkers, en toezichthoudende autoriteiten;

d)

uitvaardigen van richtsnoeren, aanbevelingen en beste praktijken inzake procedures voor het wissen van links, kopieën of reproducties van persoonsgegevens uit algemeen beschikbare communicatiediensten als bedoeld in artikel 17, lid 2;

e)

onderzoeken, op eigen initiatief of op verzoek van een van zijn leden dan wel op verzoek van de Commissie, van kwesties die betrekking hebben op de toepassing van deze verordening, en uitvaardigen van richtsnoeren, aanbevelingen en beste praktijken om te bevorderen dat deze verordening consequent wordt toegepast;

f)

uitvaardigen van richtsnoeren, aanbevelingen en beste praktijken in overeenstemming met punt e) van dit lid ter verdere specificatie van de criteria en de voorwaarden voor besluiten op basis van profilering krachtens artikel 22, lid 2;

g)

uitvaardigen van richtsnoeren, aanbevelingen en beste praktijken in overeenstemming met punt e) van dit lid ter vaststelling van de in de leden 1 en 2 bedoelde inbreuken in verband met persoonsgegevens alsmede van de in artikel 33, leden 1 en 2, bedoelde onredelijke vertraging, en voor de bijzondere omstandigheden waarin een verwerkingsverantwoordelijke of een verwerker verplicht is de inbreuk in verband met persoonsgegevens te melden;

h)

uitvaardigen van richtsnoeren, aanbevelingen en beste praktijken in overeenstemming met punt e) van dit lid ten aanzien van de omstandigheden waarin een inbreuk in verband met persoonsgegevens waarschijnlijk een hoog risico oplevert voor de rechten en vrijheden van natuurlijke personen, als bedoeld in artikel 34, lid 1;

i)

uitvaardigen van richtsnoeren, aanbevelingen en beste praktijken in overeenstemming met punt e) van dit lid ter verdere specificatie van de criteria en de eisen voor doorgiften van persoonsgegevens op basis van bindende bedrijfsvoorschriften voor verwerkingsverantwoordelijken en bindende bedrijfsvoorschriften voor verwerkers, alsmede op basis van verdere noodzakelijke eisen om de bescherming van persoonsgegevens van de betrokkenen in kwestie te garanderen, als bedoeld in artikel 47;

j)

uitvaardigen van richtsnoeren, aanbevelingen en beste praktijken in overeenstemming met punt e) van dit lid ter verdere specificatie van de criteria en de eisen voor de doorgiften van persoonsgegevens op grond van artikel 49, lid 1;

k)

opstellen van richtsnoeren voor toezichthoudende autoriteiten betreffende de toepassing van de in artikel 58, leden 1, 2 en 3, bedoelde maatregelen en betreffende de vaststelling van administratieve geldboeten overeenkomstig artikel 83;

l)

evalueren van de praktische toepassing van de in de punten e) en f) bedoelde richtsnoeren, aanbevelingen en beste praktijken;

m)

uitvaardigen van richtsnoeren, aanbevelingen en beste praktijken in overeenstemming met punt e) van dit lid, ter vaststelling van gemeenschappelijke procedures waarmee natuurlijke personen inbreuken op deze verordening kunnen melden, als bedoeld in artikel 54, lid 2;

n)

bevorderen van het opstellen van gedragscodes en het invoeren van certificeringsmechanismen voor gegevensbescherming en gegevensbeschermingszegels en -merktekens overeenkomstig de artikelen 40 en 42;

o)

verrichten van de accreditatie van certificeringsorganen en van de periodieke evaluatie daarvan overeenkomstig artikel 43, en houden van een openbaar register van geaccrediteerde organen conform artikel 43, lid 6, en van de geaccrediteerde verwerkingsverantwoordelijken of verwerkers die in derde landen zijn gevestigd, overeenkomstig artikel 42, lid 7;

p)

specificeren van de in artikel 43, lid 3, bedoelde vereisten met het oog op de accreditatie van certificeringsorganen overeenkomstig artikel 42;

q)

uitbrengen van een advies ten behoeve van de Commissie over de in artikel 43, lid 8, bedoelde certificeringseisen;

r)

uitbrengen van een advies ten behoeve van de Commissie over de in artikel 12, lid 7, bedoelde icoontjes;

s)

uitbrengen aan de Commissie van een advies om haar in staat te stellen te beoordelen of het beschermingsniveau in een derde land of een internationale organisatie adequaat is, en om te beoordelen of een derde land, een gebied of één of meerdere nader bepaalde sectoren in dat derde land, of een internationale organisatie geen passend beschermingsniveau meer garandeert. Daartoe verstrekt de Commissie het Comité alle nodige documentatie, met inbegrip van correspondentie met de overheid van het derde land, ten aanzien van derde land, gebied of nader bepaalde sector of met de internationale organisatie.

t)

uitbrengen van adviezen over ontwerpbesluiten van de toezichthoudende autoriteiten in het kader van het in artikel 64, lid 1, bedoelde coherentiemechanisme over aangelegenheden die overeenkomstig artikel 64, lid 2, ter sprake worden gebracht en uitbrengen van bindende beslissingen overeenkomstig artikel 65, met inbegrip van de in artikel 66 bedoelde gevallen;

u)

bevorderen van samenwerking en effectieve bilaterale en multilaterale uitwisseling van informatie en beste praktijken tussen de toezichthoudende autoriteiten;

v)

bevorderen van gemeenschappelijke opleidingsprogramma's en vergemakkelijken van uitwisselingen van personeelsleden tussen de toezichthoudende autoriteiten, en waar passend, met de toezichthoudende autoriteiten van derde landen of met internationale organisaties;

w)

bevorderen van de uitwisseling van kennis en documentatie over de wetgeving en de praktijk op het gebied van gegevensbescherming met voor gegevensbescherming bevoegde toezichthoudende autoriteiten van de hele wereld;

x)

uitbrengen van adviezen over op Unieniveau opgestelde gedragscodes overeenkomstig artikel 40, lid 9; en

y)

houden van een openbaar elektronisch register van besluiten van toezichthoudende autoriteiten en gerechten over in het kader van het coherentiemechanisme behandelde aangelegenheden.

2.   Wanneer de Commissie het Comité om advies vraagt, kan zij een termijn aangeven, rekening houdend met de spoedeisendheid van de aangelegenheid.

3.   Het Comité zendt zijn adviezen, richtsnoeren, aanbevelingen en beste praktijken toe aan de Commissie en aan het in artikel 93 bedoelde comité en maakt deze bekend.

4.   Het Comité raadpleegt, waar passend, de belanghebbende partijen en biedt hun de gelegenheid om binnen een redelijk tijdsbestek commentaar te leveren. Onverminderd artikel 76, maakt het Comité de resultaten van de raadpleging openbaar.

Artikel 75

Secretariaat

1.   Het Comité heeft een secretariaat, dat wordt verzorgd door de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming.

2.   Het secretariaat verricht zijn taken uitsluitend volgens de instructies van de voorzitter van het Comité.

3.   De personeelsleden van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming die betrokken zijn bij de uitvoering van de krachtens deze verordening aan het Comité opgedragen taken vallen onder een andere rapportageregeling dan de personeelsleden die betrokken zijn bij de uitvoering van de aan de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming opgedragen taken.

4.   Waar passend wordt door het Comité en de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming een memorandum van overeenstemming ter uitvoering van dit artikel opgesteld en bekendgemaakt, waarin de voorwaarden van hun samenwerking worden vastgelegd en dat van toepassing is op de personeelsleden van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming die betrokken zijn bij de uitvoering van de krachtens deze verordening aan het Comité opgedragen taken.

5.   Het secretariaat biedt het Comité analytische, administratieve en logistieke ondersteuning.

6.   Het secretariaat is met name belast met:

a)

de dagelijkse werking van het Comité;

b)

de communicatie tussen de leden van het Comité, zijn voorzitter en de Commissie;

c)

de communicatie met andere instellingen en het brede publiek;

d)

het gebruik van elektronische middelen voor interne en externe communicatie;

e)

de vertaling van relevante informatie;

f)

de voorbereiding en follow-up van de bijeenkomsten van het Comité;

g)

de voorbereiding, opstelling en bekendmaking van adviezen, besluiten inzake beslechting van geschillen tussen toezichthoudende autoriteiten, en andere teksten die het Comité vaststelt.

Artikel 76

Vertrouwelijkheid

1.   De besprekingen van het Comité zijn vertrouwelijk indien het comité dit noodzakelijk acht, in overeenstemming met zijn reglement van orde.

2.   Op de toegang tot documenten die aan de leden van het Comité, deskundigen en vertegenwoordigers van derden worden voorgelegd, is Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad (21) van toepassing.

HOOFDSTUK VIII

Beroep, aansprakelijkheid en sancties

Artikel 85

Verwerking en vrijheid van meningsuiting en van informatie

1.   De lidstaten brengen het recht op bescherming van persoonsgegevens overeenkomstig deze verordening wettelijk in overeenstemming met het recht op vrijheid van meningsuiting en van informatie, daaronder begrepen de verwerking voor journalistieke doeleinden en ten behoeve van academische, artistieke of literaire uitdrukkingsvormen.

2.   Voor verwerking voor journalistieke doeleinden of ten behoeve van academische, artistieke of literaire uitdrukkingsvormen stellen de lidstaten uitzonderingen of afwijkingen vast van hoofdstuk II (beginselen), hoofdstuk III (rechten van de betrokkene), hoofdstuk IV (de verwerkingsverantwoordelijke en de verwerker), hoofdstuk V (doorgifte van persoonsgegevens naar derde landen of internationale organisaties), hoofdstuk VI (onafhankelijke toezichthoudende autoriteiten), hoofdstuk VII (samenwerking en coherentie) en hoofdstuk IX (specifieke gegevensverwerkingssituaties) indien deze noodzakelijk zijn om het recht op bescherming van persoonsgegevens in overeenstemming te brengen met de vrijheid van meningsuiting en van informatie.

3.   Elke lidstaat deelt de Commissie de overeenkomstig lid 2 vastgestelde wetgevingsbepalingen mee, alsook onverwijld alle latere wijzigingen daarvan.

Artikel 86

Verwerking en recht van toegang van het publiek tot officiële documenten

Persoonsgegevens in officiële documenten die voor de uitvoering van een taak van algemeen belang in het bezit zijn van een overheidsinstantie, een overheidsorgaan of een particulier orgaan, mogen door de instantie of het orgaan in kwestie worden bekendgemaakt in overeenstemming met het Unierecht of het lidstatelijke recht dat op de overheidsinstantie of het orgaan van toepassing is, teneinde het recht van toegang van het publiek tot officiële documenten in overeenstemming te brengen met het recht op bescherming van persoonsgegevens uit hoofde van deze verordening.

Artikel 89

Waarborgen en afwijkingen in verband met verwerking met het oog op archivering in het algemeen belang, wetenschappelijk of historisch onderzoek of statistische doeleinden

1.   De verwerking met het oog op archivering in het algemeen belang, wetenschappelijk of historisch onderzoek of statistische doeleinden is onderworpen aan passende waarborgen in overeenstemming met deze verordening voor de rechten en vrijheden van de betrokkene. Die waarborgen zorgen ervoor dat er technische en organisatorische maatregelen zijn getroffen om de inachtneming van het beginsel van minimale gegevensverwerking te garanderen. Deze maatregelen kunnen pseudonimisering omvatten, mits aldus die doeleinden in kwestie kunnen worden verwezenlijkt. Wanneer die doeleinden kunnen worden verwezenlijkt door verdere verwerking die de identificatie van betrokkenen niet of niet langer toelaat, moeten zij aldus worden verwezenlijkt.

2.   Wanneer persoonsgegevens met het oog op wetenschappelijk of historisch onderzoek of statistische doeleinden worden verwerkt, kan in het Unierecht of het lidstatelijke recht worden voorzien in afwijkingen van de in de artikelen 15, 16, 18 en 21 genoemde rechten, behoudens de in lid 1 van dit artikel bedoelde voorwaarden en waarborgen, voor zover die rechten de verwezenlijking van de specifieke doeleinden onmogelijk dreigen te maken of ernstig dreigen te belemmeren, en dergelijke afwijkingen noodzakelijk zijn om die doeleinden te bereiken.

3.   Wanneer persoonsgegevens met het oog op archivering in het algemeen belang worden verwerkt, kan in het Unierecht of het lidstatelijke recht worden voorzien in afwijkingen van de in de artikelen 15, 16, 18, 19, 20 en 21 genoemde rechten, behoudens de in lid 1 van dit artikel bedoelde voorwaarden en waarborgen, voor zover die rechten het verwezenlijken van de specifieke doeleinden onmogelijk dreigen te maken of ernstig dreigen te belemmeren, en dergelijke afwijkingen noodzakelijk zijn om die doeleinden te bereiken.

4.   Wanneer verwerking als bedoeld in de leden 2 en 3 tegelijkertijd ook een ander doel dient, zijn de afwijkingen uitsluitend van toepassing op verwerking voor de in die leden bedoelde doeleinden.

Artikel 90

Geheimhoudingsplicht

1.   Wanneer dit noodzakelijk en evenredig is om het recht op bescherming van persoonsgegevens in overeenstemming te brengen met de geheimhoudingsplicht kunnen de lidstaten specifieke regels vaststellen voor de in artikel 58, lid 1, punten e) en f), bedoelde bevoegdheden van de toezichthoudende autoriteiten in verband met de verwerkingsverantwoordelijken of verwerkers die krachtens het Unierecht, het lidstatelijke recht of door nationale bevoegde instanties vastgestelde regelgeving, aan het beroepsgeheim of aan een andere gelijkwaardige geheimhoudingsplicht onderworpen zijn. Die regels gelden uitsluitend met betrekking tot persoonsgegevens die de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker in het kader van een onder die geheimhoudingsplicht vallende activiteit heeft ontvangen of verkregen.

2.   Elke lidstaat deelt de Commissie uiterlijk op 25 mei 2018 de regels mee die hij heeft vastgesteld overeenkomstig lid 1, alsmede onverwijld alle wijzigingen daarvan.

Artikel 91

Bestaande gegevensbeschermingsregels van kerken en religieuze verenigingen

1.   Wanneer kerken en religieuze verenigingen of gemeenschappen in een lidstaat op het tijdstip van de inwerkingtreding van deze verordening uitgebreide regels betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met verwerking toepassen, kunnen die regels van toepassing blijven, mits zij in overeenstemming worden gebracht met deze verordening.

2.   Kerken en religieuze verenigingen die overeenkomstig lid 1 van dit artikel uitgebreide regels hanteren, zijn onderworpen aan toezicht door een onafhankelijke toezichthoudende autoriteit, die specifiek kan zijn, op voorwaarde dat de autoriteit voldoet aan de voorwaarden die zijn vastgesteld in hoofdstuk VI van deze verordening.

HOOFDSTUK X

Gedelegeerde handelingen en uitvoeringshandelingen

Artikel 96

Verhouding tot eerder gesloten overeenkomsten

Internationale overeenkomsten betreffende de doorgifte van persoonsgegevens aan derde landen of internationale organisaties die door de lidstaten zijn gesloten vóór 24 mei 2016, en die in overeenstemming zijn met het vóór die datum toepasselijke Unierecht, blijven van kracht totdat zij worden gewijzigd, vervangen of ingetrokken.


whereas

dal 2004 diritto e informatica