search


interactive GDPR 2016/0679 NL

BG CS DA DE EL EN ES ET FI FR GA HR HU IT LV LT MT NL PL PT RO SK SL SV print pdf

2016/0679 NL jump to: cercato: 'moeten' . Output generated live by software developed by IusOnDemand srl




whereas moeten:


definitions:


cloud tag: and the number of total unique words without stopwords is: 662

 

Artikel 5

Beginselen inzake verwerking van persoonsgegevens

1.   Persoonsgegevens moeten:

a)

worden verwerkt op een wijze die ten aanzien van de betrokkene rechtmatig, behoorlijk en transparant is („rechtmatigheid, behoorlijkheid en transparantie”);

b)

voor welbepaalde, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigde doeleinden worden verzameld en mogen vervolgens niet verder op een met die doeleinden onverenigbare wijze worden verwerkt; de verdere verwerking met het oog op archivering in het algemeen belang, wetenschappelijk of historisch onderzoek of statistische doeleinden wordt overeenkomstig artikel 89, lid 1, niet als onverenigbaar met de oorspronkelijke doeleinden beschouwd („doelbinding”);

c)

toereikend zijn, ter zake dienend en beperkt tot wat noodzakelijk is voor de doeleinden waarvoor zij worden verwerkt („minimale gegevensverwerking”);

d)

juist zijn en zo nodig worden geactualiseerd; alle redelijke maatregelen moeten worden genomen om de persoonsgegevens die, gelet op de doeleinden waarvoor zij worden verwerkt, onjuist zijn, onverwijld te wissen of te rectificeren („juistheid”);

e)

worden bewaard in een vorm die het mogelijk maakt de betrokkenen niet langer te identificeren dan voor de doeleinden waarvoor de persoonsgegevens worden verwerkt noodzakelijk is; persoonsgegevens mogen voor langere perioden worden opgeslagen voor zover de persoonsgegevens louter met het oog op archivering in het algemeen belang, wetenschappelijk of historisch onderzoek of statistische doeleinden worden verwerkt overeenkomstig artikel 89, lid 1, mits de bij deze verordening vereiste passende technische en organisatorische maatregelen worden getroffen om de rechten en vrijheden van de betrokkene te beschermen („opslagbeperking”);

f)

door het nemen van passende technische of organisatorische maatregelen op een dusdanige manier worden verwerkt dat een passende beveiliging ervan gewaarborgd is, en dat zij onder meer beschermd zijn tegen ongeoorloofde of onrechtmatige verwerking en tegen onopzettelijk verlies, vernietiging of beschadiging („integriteit en vertrouwelijkheid”).

2.   De verwerkingsverantwoordelijke is verantwoordelijk voor de naleving van lid 1 en kan deze aantonen („verantwoordingsplicht”).

Artikel 14

Te verstrekken informatie wanneer de persoonsgegevens niet van de betrokkene zijn verkregen

1.   Wanneer persoonsgegevens niet van de betrokkene zijn verkregen, verstrekt de verwerkingsverantwoordelijke de betrokkene de volgende informatie:

a)

de identiteit en de contactgegevens van de verwerkingsverantwoordelijke en, in voorkomend geval, van de vertegenwoordiger van de verwerkingsverantwoordelijke;

b)

in voorkomend geval, de contactgegevens van de functionaris voor gegevensbescherming;

c)

de verwerkingsdoeleinden waarvoor de persoonsgegevens zijn bestemd, en de rechtsgrond voor de verwerking;

d)

de betrokken categorieën van persoonsgegevens;

e)

in voorkomend geval, de ontvangers of categorieën van ontvangers van de persoonsgegevens;

f)

in voorkomend geval, dat de verwerkingsverantwoordelijke het voornemen heeft de persoonsgegevens door te geven aan een ontvanger in een derde land of aan een internationale organisatie; of er al dan niet een adequaatheidsbesluit van de Commissie bestaat; of, in het geval van de in artikel 46, artikel 47 of artikel 49, lid 1, tweede alinea, bedoelde doorgiften, welke de passende of geschikte waarborgen zijn, hoe er een kopie van kan worden verkregen of waar ze kunnen worden geraadpleegd.

2.   Naast de in lid 1 bedoelde informatie verstrekt de verwerkingsverantwoordelijke de betrokkene de volgende informatie om ten overstaan van de betrokkene een behoorlijke en transparante verwerking te waarborgen:

a)

de periode gedurende welke de persoonsgegevens zullen worden opgeslagen, of indien dat niet mogelijk is, de criteria om die termijn te bepalen;

b)

de gerechtvaardigde belangen van de verwerkingsverantwoordelijke of van een derde, indien de verwerking op artikel 6, lid 1, punt f), is gebaseerd;

c)

dat de betrokkene het recht heeft de verwerkingsverantwoordelijke te verzoeken om inzage van en rectificatie of wissing van persoonsgegevens of om beperking van de hem betreffende verwerking, alsmede het recht tegen verwerking van bezwaar te maken en het recht op gegevensoverdraagbaarheid;

d)

wanneer verwerking op artikel 6, lid 1, punt a) of artikel 9, lid 2, punt a), is gebaseerd, dat de betrokkene het recht heeft de toestemming te allen tijde in te trekken, zonder dat dit afbreuk doet aan de rechtmatigheid van de verwerking op basis van de toestemming vóór de intrekking daarvan;

e)

dat de betrokkene het recht heeft klacht in te dienen bij een toezichthoudende autoriteit;

f)

de bron waar de persoonsgegevens vandaan komen, en in voorkomend geval, of zij afkomstig zijn van openbare bronnen;

g)

het bestaan van geautomatiseerde besluitvorming, met inbegrip van de in artikel 22, leden 1 en 4, bedoelde profilering, en, ten minste in die gevallen, nuttige informatie over de onderliggende logica, alsmede het belang en de verwachte gevolgen van die verwerking voor de betrokkene.

3.   De verwerkingsverantwoordelijke verstrekt de in de leden 1 en 2 bedoelde informatie:

a)

binnen een redelijke termijn, maar uiterlijk binnen één maand na de verkrijging van de persoonsgegevens, afhankelijk van de concrete omstandigheden waarin de persoonsgegevens worden verwerkt;

b)

indien de persoonsgegevens zullen worden gebruikt voor communicatie met de betrokkene, uiterlijk op het moment van het eerste contact met de betrokkene; of

c)

indien verstrekking van de gegevens aan een andere ontvanger wordt overwogen, uiterlijk op het tijdstip waarop de persoonsgegevens voor het eerst worden verstrekt.

4.   Wanneer de verwerkingsverantwoordelijke voornemens is de persoonsgegevens verder te verwerken voor een ander doel dan dat waarvoor de persoonsgegevens zijn verkregen, verstrekt de verwerkingsverantwoordelijke de betrokkene vóór die verdere verwerking informatie over dat andere doel en alle relevante verdere informatie als bedoeld in lid 2.

5.   De leden 1 tot en met 4 zijn niet van toepassing wanneer en voor zover:

a)

de betrokkene reeds over de informatie beschikt;

b)

het verstrekken van die informatie onmogelijk blijkt of onevenredig veel inspanning zou vergen, in het bijzonder bij verwerking met het oog op archivering in het algemeen belang, wetenschappelijk of historisch onderzoek of statistische doeleinden, behoudens de in artikel 89, lid 1, bedoelde voorwaarden en waarborgen, of voor zover de in lid 1 van dit artikel bedoelde verplichting de verwezenlijking van de doeleinden van die verwerking onmogelijk dreigt te maken of ernstig in het gedrang dreigt te brengen. In dergelijke gevallen neemt de verwerkingsverantwoordelijke passende maatregelen om de rechten, de vrijheden en de gerechtvaardigde belangen van de betrokkene te beschermen, waaronder het openbaar maken van de informatie;

c)

het verkrijgen of verstrekken van de gegevens uitdrukkelijk is voorgeschreven bij Unie- of lidstatelijk recht dat op de verwerkingsverantwoordelijke van toepassing is en dat recht voorziet in passende maatregelen om de gerechtvaardigde belangen van de betrokkene te beschermen; of

d)

de persoonsgegevens vertrouwelijk moeten blijven uit hoofde van een beroepsgeheim in het kader van Unierecht of lidstatelijke recht, waaronder een statutaire geheimhoudingsplicht.

Artikel 17

Recht op gegevenswissing („recht op vergetelheid”)

1.   De betrokkene heeft het recht van de verwerkingsverantwoordelijke zonder onredelijke vertraging wissing van hem betreffende persoonsgegevens te verkrijgen en de verwerkingsverantwoordelijke is verplicht persoonsgegevens zonder onredelijke vertraging te wissen wanneer een van de volgende gevallen van toepassing is:

a)

de persoonsgegevens zijn niet langer nodig voor de doeleinden waarvoor zij zijn verzameld of anderszins verwerkt;

b)

de betrokkene trekt de toestemming waarop de verwerking overeenkomstig artikel 6, lid 1, punt a), of artikel 9, lid 2, punt a), berust, in, en er is geen andere rechtsgrond voor de verwerking;

c)

de betrokkene maakt overeenkomstig artikel 21, lid 1, bezwaar tegen de verwerking, en er zijn geen prevalerende dwingende gerechtvaardigde gronden voor de verwerking, of de betrokkene maakt bezwaar tegen de verwerking overeenkomstig artikel 21, lid 2;

d)

de persoonsgegevens zijn onrechtmatig verwerkt;

e)

de persoonsgegevens moeten worden gewist om te voldoen aan een in het Unierecht of het lidstatelijke recht neergelegde wettelijke verplichting die op de verwerkingsverantwoordelijke rust;

f)

de persoonsgegevens zijn verzameld in verband met een aanbod van diensten van de informatiemaatschappij als bedoeld in artikel 8, lid 1.

2.   Wanneer de verwerkingsverantwoordelijke de persoonsgegevens openbaar heeft gemaakt en overeenkomstig lid 1 verplicht is de persoonsgegevens te wissen, neemt hij, rekening houdend met de beschikbare technologie en de uitvoeringskosten, redelijke maatregelen, waaronder technische maatregelen, om verwerkingsverantwoordelijken die de persoonsgegevens verwerken, ervan op de hoogte te stellen dat de betrokkene de verwerkingsverantwoordelijken heeft verzocht om iedere koppeling naar, of kopie of reproductie van die persoonsgegevens te wissen.

3.   De leden 1 en 2 zijn niet van toepassing voor zover verwerking nodig is:

a)

voor het uitoefenen van het recht op vrijheid van meningsuiting en informatie;

b)

voor het nakomen van een in een het Unierecht of het lidstatelijke recht neergelegde wettelijke verwerkingsverplichting die op de verwerkingsverantwoordelijke rust, of voor het vervullen van een taak van algemeen belang of het uitoefenen van het openbaar gezag dat aan de verwerkingsverantwoordelijke is verleend;

c)

om redenen van algemeen belang op het gebied van volksgezondheid overeenkomstig artikel 9, lid 2, punten h) en i), en artikel 9, lid 3;

d)

met het oog op archivering in het algemeen belang, wetenschappelijk of historisch onderzoek of statistische doeleinden overeenkomstig artikel 89, lid 1, voor zover het in lid 1 bedoelde recht de verwezenlijking van de doeleinden van die verwerking onmogelijk dreigt te maken of ernstig in het gedrang dreigt te brengen;

e)

voor de instelling, uitoefening of onderbouwing van een rechtsvordering.

Artikel 30

Register van de verwerkingsactiviteiten

1.   Elke verwerkingsverantwoordelijke en, in voorkomend geval, de vertegenwoordiger van de verwerkingsverantwoordelijke houdt een register van de verwerkingsactiviteiten die onder hun verantwoordelijkheid plaatsvinden. Dat register bevat alle volgende gegevens:

a)

de naam en de contactgegevens van de verwerkingsverantwoordelijke en eventuele gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijken, en, in voorkomend geval, van de vertegenwoordiger van de verwerkingsverantwoordelijke en van de functionaris voor gegevensbescherming;

b)

de verwerkingsdoeleinden;

c)

een beschrijving van de categorieën van betrokkenen en van de categorieën van persoonsgegevens;

d)

de categorieën van ontvangers aan wie de persoonsgegevens zijn of zullen worden verstrekt, onder meer ontvangers in derde landen of internationale organisaties;

e)

indien van toepassing, doorgiften van persoonsgegevens aan een derde land of een internationale organisatie, met inbegrip van de vermelding van dat derde land of die internationale organisatie en, in geval van de in artikel 49, lid 1, tweede alinea, bedoelde doorgiften, de documenten inzake de passende waarborgen;

f)

indien mogelijk, de beoogde termijnen waarbinnen de verschillende categorieën van gegevens moeten worden gewist;

g)

indien mogelijk, een algemene beschrijving van de technische en organisatorische beveiligingsmaatregelen als bedoeld in artikel 32, lid 1.

2.   De verwerker, en, in voorkomend geval, de vertegenwoordiger van de verwerker houdt een register van alle categorieën van verwerkingsactiviteiten die zij ten behoeve van een verwerkingsverantwoordelijke hebben verricht. Dit register bevat de volgende gegevens:

a)

de naam en de contactgegevens van de verwerkers en van iedere verwerkingsverantwoordelijke voor rekening waarvan de verwerker handelt, en, in voorkomend geval, van de vertegenwoordiger van de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker en van de functionaris voor gegevensbescherming;

b)

de categorieën van verwerkingen die voor rekening van iedere verwerkingsverantwoordelijke zijn uitgevoerd;

c)

indien van toepassing, doorgiften van persoonsgegevens aan een derde land of een internationale organisatie, onder vermelding van dat derde land of die internationale organisatie en, in geval van de in artikel 49, lid 1, tweede alinea, bedoelde doorgiften, de documenten inzake de passende waarborgen;

d)

indien mogelijk, een algemene beschrijving van de technische en organisatorische beveiligingsmaatregelen als bedoeld in artikel 32, lid 1.

3.   Het in de leden 1 en 2 bedoelde register is in schriftelijke vorm, waaronder in elektronische vorm, opgesteld.

4.   Desgevraagd stellen de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker en, in voorkomend geval, de vertegenwoordiger van de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker het register ter beschikking van de toezichthoudende autoriteit.

5.   De in de leden 1 en 2 bedoelde verplichtingen zijn niet van toepassing op ondernemingen of organisaties die minder dan 250 personen in dienst hebben, tenzij het waarschijnlijk is dat de verwerking die zij verrichten een risico inhoudt voor de rechten en vrijheden van de betrokkenen, de verwerking niet incidenteel is, of de verwerking bijzondere categorieën van gegevens, als bedoeld in artikel 9, lid 1, of persoonsgegevens in verband met strafrechtelijke veroordelingen en strafbare feiten als bedoeld in artikel 10 betreft.

Artikel 37

Aanwijzing van de functionaris voor gegevensbescherming

1.   De verwerkingsverantwoordelijke en de verwerker wijzen een functionaris voor gegevensbescherming aan in elk geval waarin:

a)

de verwerking wordt verricht door een overheidsinstantie of overheidsorgaan, behalve in het geval van gerechten bij de uitoefening van hun rechterlijke taken;

b)

een verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker hoofdzakelijk is belast met verwerkingen die vanwege hun aard, hun omvang en/of hun doeleinden regelmatige en stelselmatige observatie op grote schaal van betrokkenen vereisen; of

c)

de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker hoofdzakelijk is belast met grootschalige verwerking van bijzondere categorieën van gegevens uit hoofde van artikel 9 en van persoonsgegevens met betrekking tot strafrechtelijke veroordelingen en strafbare feiten als bedoeld in artikel 10.

2.   Een concern kan één functionaris voor gegevensbescherming benoemen, mits de functionaris voor gegevensbescherming vanuit elke vestiging makkelijk te contacteren is.

3.   Wanneer de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker een overheidsinstantie of overheidsorgaan is, kan één functionaris voor gegevensbescherming worden aangewezen voor verschillende dergelijke instanties of organen, met inachtneming van hun organisatiestructuur en omvang.

4.   In andere dan de in lid 1 bedoelde gevallen kunnen of, indien dat Unierechtelijk of lidstaatrechtelijk is verplicht, moeten de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker of verenigingen en andere organen die categorieën van verwerkingsverantwoordelijken of verwerkers vertegenwoordigen, een functionaris voor gegevensbescherming aanwijzen. De functionaris voor gegevensbescherming kan optreden voor dergelijke verenigingen en andere organen die categorieën van verwerkingsverantwoordelijken of verwerkers vertegenwoordigen.

5.   De functionaris voor gegevensbescherming wordt aangewezen op grond van zijn professionele kwaliteiten en, in het bijzonder, zijn deskundigheid op het gebied van de wetgeving en de praktijk inzake gegevensbescherming en zijn vermogen de in artikel 39 bedoelde taken te vervullen.

6.   De functionaris voor gegevensbescherming kan een personeelslid van de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker zijn, of kan de taken op grond van een dienstverleningsovereenkomst verrichten.

7.   De verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker maakt de contactgegevens van de functionaris voor gegevensbescherming bekend en deelt die mee aan de toezichthoudende autoriteit.

Artikel 40

Gedragscodes

1.   De lidstaten, de toezichthoudende autoriteiten, het Comité en de Commissie bevorderen de opstelling van gedragscodes die, met inachtneming van de specifieke kenmerken van de diverse gegevensverwerkingssectoren en de specifieke behoeften van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen, moeten bijdragen tot de juiste toepassing van deze verordening.

2.   Verenigingen en andere organen die categorieën van verwerkingsverantwoordelijken of verwerkers vertegenwoordigen, kunnen gedragscodes opstellen, of die codes wijzigen of uitbreiden, teneinde de toepassing van deze verordening nader toe te lichten, zoals met betrekking tot:

a)

behoorlijke en transparante verwerking;

b)

de gerechtvaardigde belangen die door verwerkingsverantwoordelijken in een specifieke context worden behartigd;

c)

de verzameling van gegevens;

d)

de pseudonimisering van persoonsgegevens;

e)

de aan het publiek en betrokkenen verstrekte informatie;

f)

de uitoefening van de rechten van betrokkenen;

g)

de informatie verstrekt aan en de bescherming van kinderen en de wijze waarop de toestemming wordt verkregen van de personen die de ouderlijke verantwoordelijkheid voor kinderen dragen;

h)

de maatregelen en procedures als bedoeld in de artikelen 24 en 25 en de maatregelen ter beveiliging van de verwerking als bedoeld in artikel 32;

i)

de kennisgeving van inbreuken in verband met persoonsgegevens aan toezichthoudende autoriteiten en de mededeling van die inbreuken in verband met persoonsgegevens aan betrokkenen;

j)

de doorgifte van persoonsgegevens aan derde landen of internationale organisaties; of

k)

buitengerechtelijke procedures en andere procedures voor de beslechting van geschillen tussen verwerkingsverantwoordelijken en betrokkenen met betrekking tot verwerking, onverminderd de rechten van betrokkenen op grond van de artikelen 77 en 79.

3.   Behalve door verwerkingsverantwoordelijken of verwerkers die onder deze verordening vallen, kan bij overeenkomstig lid 5 van dit artikel goedgekeurde gedragscodes die overeenkomstig lid 9 van dit artikel algemeen geldig zijn verklaard, eveneens worden aangesloten door verwerkingsverantwoordelijken of verwerkers die overeenkomstig artikel 3 niet onder deze verordening vallen, om te voorzien in passende waarborgen voor doorgifte van persoonsgegevens naar derde landen of internationale organisaties onder de voorwaarden als bedoeld in artikel 46, lid 2, punt e). Die verwerkingsverantwoordelijken of verwerkers doen, via contractuele of andere juridisch bindende instrumenten, bindende en afdwingbare toezeggingen om die passende waarborgen toe te passen, ook wat betreft de rechten van de betrokkenen.

4.   Een in lid 2 van dit artikel bedoelde gedragscode bevat mechanismen die het in artikel 41, lid 1, bedoelde orgaan in staat stellen het verplichte toezicht uit te oefenen op de naleving van de bepalingen van de code door de verwerkingsverantwoordelijken of verwerkers die zich tot toepassing ervan verbinden, onverminderd de taken en bevoegdheden van de overeenkomstig artikel 55 of 56 bevoegde toezichthoudende autoriteiten.

5.   De in lid 2 van dit artikel bedoelde verenigingen en andere organen die voornemens zijn een gedragscode op te stellen of een bestaande gedragscode te wijzigen of uit te breiden, leggen de ontwerpgedragscode, de wijziging of uitbreiding voor aan de overeenkomstig artikel 51 bevoegde toezichthoudende autoriteit. De toezichthoudende autoriteit brengt advies uit over de vraag of de ontwerpgedragscode, de wijziging of uitbreiding strookt met deze verordening, en keurt deze ontwerpgedragscode, die wijziging of uitbreiding goed indien zij van oordeel is dat de code voldoende passende waarborgen biedt.

6.   Wanneer de ontwerpgedragscode, de wijziging of uitbreiding wordt goedgekeurd overeenkomstig lid 5, en indien de gedragscode in kwestie geen betrekking heeft op verwerkingsactiviteiten in verschillende lidstaten, registreert de toezichthoudende autoriteit de gedragscode en maakt zij deze bekend.

7.   Wanneer een ontwerpgedragscode betrekking heeft op verwerkingsactiviteiten in verschillende lidstaten, legt de overeenkomstig artikel 55 bevoegde toezichthoudende autoriteit deze, vóór goedkeuring van de gedragscode, de wijziging of uitbreiding, via de in artikel 63 bedoelde procedure voor aan het Comité, dat advies geeft over de vraag of de ontwerpgedragscode, de wijziging of uitbreiding strookt met deze verordening, of, in de in lid 3 van dit artikel bedoelde situatie, voorziet in passende waarborgen.

8.   Wanneer in het in lid 7 bedoelde advies wordt bevestigd dat de gedragscode, de wijziging of uitbreiding strookt met deze verordening of, in de in lid 3 bedoelde situatie, passende waarborgen biedt, legt het Comité zijn advies voor aan de Commissie.

9.   De Commissie kan bij uitvoeringshandelingen vaststellen dat de goedgekeurde gedragscode, wijziging of uitbreiding die haar op grond van lid 8 van dit artikel zijn voorgelegd, binnen de Unie algemeen geldig zijn. Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 93, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.

10.   De Commissie zorgt ervoor dat aan de goedgekeurde codes die zij overeenkomstig lid 9 algemeen geldig heeft verklaard, passende bekendheid wordt verleend.

11.   Het Comité verzamelt alle goedgekeurde gedragscodes, wijzigingen en uitbreidingen in een register en maakt deze via geëigende kanalen openbaar.

Artikel 46

Doorgiften op basis van passende waarborgen

1.   Bij ontstentenis van een besluit uit hoofde van artikel 45, lid 3, mag een doorgifte van persoonsgegevens aan een derde land of een internationale organisatie door een verwerkingsverantwoordelijke of een verwerker alleen plaatsvinden mits zij passende waarborgen bieden en betrokkenen over afdwingbare rechten en doeltreffende rechtsmiddelen beschikken.

2.   De in lid 1 bedoelde passende waarborgen kunnen worden geboden door de volgende instrumenten, zonder dat daarvoor specifieke toestemming van een toezichthoudende autoriteit is vereist:

a)

een juridisch bindend en afdwingbaar instrument tussen overheidsinstanties of -organen;

b)

bindende bedrijfsvoorschriften overeenkomstig artikel 47;

c)

standaardbepalingen inzake gegevensbescherming die door de Commissie volgens de in artikel 93, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure zijn vastgesteld;

d)

standaardbepalingen inzake gegevensbescherming die door een toezichthoudende autoriteit zijn vastgesteld en die door de Commissie volgens de in artikel 93, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure zijn goedgekeurd;

e)

een overeenkomstig artikel 40 goedgekeurde gedragscode, samen met bindende en afdwingbare toezeggingen van de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker in het derde land om de passende waarborgen, onder meer voor de rechten van de betrokkenen, toe te passen; of

f)

een overeenkomstig artikel 42 goedgekeurd certificeringsmechanisme, samen met bindende en afdwingbare toezeggingen van de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker in het derde land om de passende waarborgen, onder meer voor de rechten van de betrokkenen, toe te passen.

3.   Onder voorbehoud van de toestemming van de bevoegde toezichthoudende autoriteit kunnen de in lid 1 bedoelde passende waarborgen ook worden geboden door, met name:

a)

contractbepalingen tussen de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker en de verwerkingsverantwoordelijke, de verwerker of de ontvanger van de persoonsgegevens in het derde land of de internationale organisatie; of

b)

bepalingen die moeten worden opgenomen in administratieve regelingen tussen overheidsinstanties of -organen, waaronder afdwingbare en effectieve rechten van betrokkenen.

4.   De toezichthoudende autoriteit past het in artikel 63 bedoelde coherentiemechanisme toe in de in lid 3 van dit artikel vermelde gevallen.

5.   Toestemmingen die een lidstaat of een toezichthoudende autoriteit op grond van artikel 26, lid 2, van Richtlijn 95/46/EG heeft verleend, blijven geldig totdat zij door die toezichthoudende autoriteit, indien nodig, worden gewijzigd, vervangen of ingetrokken. De besluiten die de Commissie op grond van artikel 26, lid 4, van Richtlijn 95/46/EG heeft vastgesteld, blijven van kracht totdat zij bij een overeenkomstig lid 2 van dit artikel vastgesteld besluit van de Commissie, indien nodig, worden gewijzigd, vervangen of ingetrokken.

Artikel 66

Spoedprocedure

1.   In buitengewone omstandigheden kan een betrokken toezichthoudende autoriteit, wanneer zij van mening is dat er dringend moet worden opgetreden om de rechten en vrijheden van betrokkenen te beschermen, in afwijking van het in de artikelen 63, 64 en 65 bedoelde coherentiemechanisme of van de in artikel 60 bedoelde procedure, onverwijld voorlopige maatregelen met een bepaalde geldigheidsduur van ten hoogste drie maanden nemen die beogen rechtsgevolgen in het leven te roepen op het eigen grondgebied. De toezichthoudende autoriteit deelt die maatregelen met opgave van de redenen onverwijld mee aan de andere betrokken toezichthoudende autoriteiten, het Comité en de Commissie.

2.   Wanneer een toezichthoudende autoriteit overeenkomstig lid 1 een maatregel heeft genomen en van mening is dat er dringend definitieve maatregelen moeten worden genomen, kan zij het Comité met opgave van redenen om een dringend advies of een dringend bindend besluit verzoeken.

3.   Een toezichthoudende autoriteit kan het Comité met opgave van redenen, waaronder de redenen waarom er dringend moet worden opgetreden, om een dringend advies of een dringend bindend besluit verzoeken wanneer de bevoegde toezichthoudende autoriteit geen passende maatregel heeft genomen in een situatie waarin er dringend moet worden opgetreden, teneinde de rechten en vrijheden van betrokkenen te beschermen.

4.   In afwijking van artikel 64, lid 3, en van artikel 65, lid 2, wordt een als in de leden 2 en 3 bedoeld dringend advies of dringend bindend besluit binnen twee weken met gewone meerderheid van de leden van het Comité vastgesteld.

Artikel 89

Waarborgen en afwijkingen in verband met verwerking met het oog op archivering in het algemeen belang, wetenschappelijk of historisch onderzoek of statistische doeleinden

1.   De verwerking met het oog op archivering in het algemeen belang, wetenschappelijk of historisch onderzoek of statistische doeleinden is onderworpen aan passende waarborgen in overeenstemming met deze verordening voor de rechten en vrijheden van de betrokkene. Die waarborgen zorgen ervoor dat er technische en organisatorische maatregelen zijn getroffen om de inachtneming van het beginsel van minimale gegevensverwerking te garanderen. Deze maatregelen kunnen pseudonimisering omvatten, mits aldus die doeleinden in kwestie kunnen worden verwezenlijkt. Wanneer die doeleinden kunnen worden verwezenlijkt door verdere verwerking die de identificatie van betrokkenen niet of niet langer toelaat, moeten zij aldus worden verwezenlijkt.

2.   Wanneer persoonsgegevens met het oog op wetenschappelijk of historisch onderzoek of statistische doeleinden worden verwerkt, kan in het Unierecht of het lidstatelijke recht worden voorzien in afwijkingen van de in de artikelen 15, 16, 18 en 21 genoemde rechten, behoudens de in lid 1 van dit artikel bedoelde voorwaarden en waarborgen, voor zover die rechten de verwezenlijking van de specifieke doeleinden onmogelijk dreigen te maken of ernstig dreigen te belemmeren, en dergelijke afwijkingen noodzakelijk zijn om die doeleinden te bereiken.

3.   Wanneer persoonsgegevens met het oog op archivering in het algemeen belang worden verwerkt, kan in het Unierecht of het lidstatelijke recht worden voorzien in afwijkingen van de in de artikelen 15, 16, 18, 19, 20 en 21 genoemde rechten, behoudens de in lid 1 van dit artikel bedoelde voorwaarden en waarborgen, voor zover die rechten het verwezenlijken van de specifieke doeleinden onmogelijk dreigen te maken of ernstig dreigen te belemmeren, en dergelijke afwijkingen noodzakelijk zijn om die doeleinden te bereiken.

4.   Wanneer verwerking als bedoeld in de leden 2 en 3 tegelijkertijd ook een ander doel dient, zijn de afwijkingen uitsluitend van toepassing op verwerking voor de in die leden bedoelde doeleinden.


whereas

dal 2004 diritto e informatica