search


interactive GDPR 2016/0679 NL

BG CS DA DE EL EN ES ET FI FR GA HR HU IT LV LT MT NL PL PT RO SK SL SV print pdf

2016/0679 NL jump to: cercato: 'goedgekeurde' . Output generated live by software developed by IusOnDemand srl




whereas goedgekeurde:


definitions:


cloud tag: and the number of total unique words without stopwords is: 780

 

Artikel 24

Verantwoordelijkheid van de verwerkingsverantwoordelijke

1.   Rekening houdend met de aard, de omvang, de context en het doel van de verwerking, alsook met de qua waarschijnlijkheid en ernst uiteenlopende risico's voor de rechten en vrijheden van natuurlijke personen, treft de verwerkingsverantwoordelijke passende technische en organisatorische maatregelen om te waarborgen en te kunnen aantonen dat de verwerking in overeenstemming met deze verordening wordt uitgevoerd. Die maatregelen worden geëvalueerd en indien nodig geactualiseerd.

2.   Wanneer zulks in verhouding staat tot de verwerkingsactiviteiten, omvatten de in lid 1 bedoelde maatregelen een passend gegevensbeschermingsbeleid dat door de verwerkingsverantwoordelijke wordt uitgevoerd.

3.   Het aansluiten bij goedgekeurde gedragscodes als bedoeld in artikel 40 of goedgekeurde certificeringsmechanismen als bedoeld in artikel 42 kan worden gebruikt als element om aan te tonen dat de verplichtingen van de verwerkingsverantwoordelijke zijn nagekomen.

Artikel 28

Verwerker

1.   Wanneer een verwerking namens een verwerkingsverantwoordelijke wordt verricht, doet de verwerkingsverantwoordelijke uitsluitend een beroep op verwerkers die afdoende garanties met betrekking tot het toepassen van passende technische en organisatorische maatregelen bieden opdat de verwerking aan de vereisten van deze verordening voldoet en de bescherming van de rechten van de betrokkene is gewaarborgd.

2.   De verwerker neemt geen andere verwerker in dienst zonder voorafgaande specifieke of algemene schriftelijke toestemming van de verwerkingsverantwoordelijke. In het geval van algemene schriftelijke toestemming licht de verwerker de verwerkingsverantwoordelijke in over beoogde veranderingen inzake de toevoeging of vervanging van andere verwerkers, waarbij de verwerkingsverantwoordelijke de mogelijkheid wordt geboden tegen deze veranderingen bezwaar te maken.

3.   De verwerking door een verwerker wordt geregeld in een overeenkomst of andere rechtshandeling krachtens het Unierecht of het lidstatelijke recht die de verwerker ten aanzien van de verwerkingsverantwoordelijke bindt, en waarin het onderwerp en de duur van de verwerking, de aard en het doel van de verwerking, het soort persoonsgegevens en de categorieën van betrokkenen, en de rechten en verplichtingen van de verwerkingsverantwoordelijke worden omschreven. Die overeenkomst of andere rechtshandeling bepaalt met name dat de verwerker:

a)

de persoonsgegevens uitsluitend verwerkt op basis van schriftelijke instructies van de verwerkingsverantwoordelijke, onder meer met betrekking tot doorgiften van persoonsgegevens aan een derde land of een internationale organisatie, tenzij een op de verwerker van toepassing zijnde Unierechtelijke of lidstaatrechtelijke bepaling hem tot verwerking verplicht; in dat geval stelt de verwerker de verwerkingsverantwoordelijke, voorafgaand aan de verwerking, in kennis van dat wettelijk voorschrift, tenzij die wetgeving deze kennisgeving om gewichtige redenen van algemeen belang verbiedt;

b)

waarborgt dat de tot het verwerken van de persoonsgegevens gemachtigde personen zich ertoe hebben verbonden vertrouwelijkheid in acht te nemen of door een passende wettelijke verplichting van vertrouwelijkheid zijn gebonden;

c)

alle overeenkomstig artikel 32 vereiste maatregelen neemt;

d)

aan de in de leden 2 en 4 bedoelde voorwaarden voor het in dienst nemen van een andere verwerker voldoet;

e)

rekening houdend met de aard van de verwerking, de verwerkingsverantwoordelijke door middel van passende technische en organisatorische maatregelen, voor zover mogelijk, bijstand verleent bij het vervullen van diens plicht om verzoeken om uitoefening van de in hoofdstuk III vastgestelde rechten van de betrokkene te beantwoorden;

f)

rekening houdend met de aard van de verwerking en de hem ter beschikking staande informatie de verwerkingsverantwoordelijke bijstand verleent bij het doen nakomen van de verplichtingen uit hoofde van de artikelen 32 tot en met 36;

g)

na afloop van de verwerkingsdiensten, naargelang de keuze van de verwerkingsverantwoordelijke, alle persoonsgegevens wist of deze aan hem terugbezorgt, en bestaande kopieën verwijdert, tenzij opslag van de persoonsgegevens Unierechtelijk of lidstaatrechtelijk is verplicht;

h)

de verwerkingsverantwoordelijke alle informatie ter beschikking stelt die nodig is om de nakoming van de in dit artikel neergelegde verplichtingen aan te tonen en audits, waaronder inspecties, door de verwerkingsverantwoordelijke of een door de verwerkingsverantwoordelijke gemachtigde controleur mogelijk maakt en eraan bijdraagt.

Waar het gaat om de eerste alinea, punt h), stelt de verwerker de verwerkingsverantwoordelijke onmiddellijk in kennis indien naar zijn mening een instructie inbreuk oplevert op deze verordening of op andere Unierechtelijke of lidstaatrechtelijke bepalingen inzake gegevensbescherming.

4.   Wanneer een verwerker een andere verwerker in dienst neemt om voor rekening van de verwerkingsverantwoordelijke specifieke verwerkingsactiviteiten te verrichten, worden aan deze andere verwerker bij een overeenkomst of een andere rechtshandeling krachtens Unierecht of lidstatelijk recht dezelfde verplichtingen inzake gegevensbescherming opgelegd als die welke in de in lid 3 bedoelde overeenkomst of andere rechtshandeling tussen de verwerkingsverantwoordelijke en de verwerker zijn opgenomen, met name de verplichting afdoende garanties met betrekking tot het toepassen van passende technische en organisatorische maatregelen te bieden opdat de verwerking aan het bepaalde in deze verordening voldoet. Wanneer de andere verwerker zijn verplichtingen inzake gegevensbescherming niet nakomt, blijft de eerste verwerker ten aanzien van de verwerkingsverantwoordelijke volledig aansprakelijk voor het nakomen van de verplichtingen van die andere verwerker.

5.   Het aansluiten bij een goedgekeurde gedragscode als bedoeld in artikel 40 of een goedgekeurd certificeringsmechanisme als bedoeld in artikel 42 kan worden gebruikt als element om aan te tonen dat voldoende garanties als bedoeld in de leden 1 en 4 van dit artikel worden geboden.

6.   Onverminderd een individuele overeenkomst tussen de verwerkingsverantwoordelijke en de verwerker kan de in de leden 3 en 4 van dit artikel bedoelde overeenkomst of andere rechtshandeling geheel of ten dele gebaseerd zijn op de in de leden 7 en 8 van dit artikel bedoelde standaardcontractbepalingen, ook indien zij deel uitmaken van de certificering die door een verwerkingsverantwoordelijke of verwerker uit hoofde van de artikelen 42 en 43 is verleend.

7.   De Commissie kan voor de in de leden 3 en 4 van dit artikel genoemde aangelegenheden en volgens de in artikel 93, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure standaardcontractbepalingen vaststellen.

8.   Een toezichthoudende autoriteit kan voor de in de leden 3 en 4 van dit artikel genoemde aangelegenheden en volgens het in artikel 63 bedoelde coherentiemechanisme standaardcontractbepalingen opstellen.

9.   De in de leden 3 en 4 bedoelde overeenkomst of andere rechtshandeling wordt in schriftelijke vorm, waaronder elektronische vorm, opgesteld.

10.   Indien een verwerker in strijd met deze verordening de doeleinden en middelen van een verwerking bepaalt, wordt die verwerker onverminderd de artikelen 82, 83 en 84 met betrekking tot die verwerking als de verwerkingsverantwoordelijke beschouwd.

Artikel 32

Beveiliging van de verwerking

1.   Rekening houdend met de stand van de techniek, de uitvoeringskosten, alsook met de aard, de omvang, de context en de verwerkingsdoeleinden en de qua waarschijnlijkheid en ernst uiteenlopende risico's voor de rechten en vrijheden van personen, treffen de verwerkingsverantwoordelijke en de verwerker passende technische en organisatorische maatregelen om een op het risico afgestemd beveiligingsniveau te waarborgen, die, waar passend, onder meer het volgende omvatten:

a)

de pseudonimisering en versleuteling van persoonsgegevens;

b)

het vermogen om op permanente basis de vertrouwelijkheid, integriteit, beschikbaarheid en veerkracht van de verwerkingssystemen en diensten te garanderen;

c)

het vermogen om bij een fysiek of technisch incident de beschikbaarheid van en de toegang tot de persoonsgegevens tijdig te herstellen;

d)

een procedure voor het op gezette tijdstippen testen, beoordelen en evalueren van de doeltreffendheid van de technische en organisatorische maatregelen ter beveiliging van de verwerking.

2.   Bij de beoordeling van het passende beveiligingsniveau wordt met name rekening gehouden met de verwerkingsrisico's, vooral als gevolg van de vernietiging, het verlies, de wijziging of de ongeoorloofde verstrekking van of ongeoorloofde toegang tot doorgezonden, opgeslagen of anderszins verwerkte gegevens, hetzij per ongeluk hetzij onrechtmatig.

3.   Het aansluiten bij een goedgekeurde gedragscode als bedoeld in artikel 40 of een goedgekeurd certificeringsmechanisme als bedoeld in artikel 42 kan worden gebruikt als element om aan te tonen dat dat de in lid 1 van dit artikel bedoelde vereisten worden nageleefd.

4.   De verwerkingsverantwoordelijke en de verwerker treffen maatregelen om ervoor te zorgen dat iedere natuurlijke persoon die handelt onder het gezag van de verwerkingsverantwoordelijke of van de verwerker en toegang heeft tot persoonsgegevens, deze slechts in opdracht van de verwerkingsverantwoordelijke verwerkt, tenzij hij daartoe Unierechtelijk of lidstaatrechtelijk is gehouden.

Artikel 35

Gegevensbeschermingseffectbeoordeling

1.   Wanneer een soort verwerking, in het bijzonder een verwerking waarbij nieuwe technologieën worden gebruikt, gelet op de aard, de omvang, de context en de doeleinden daarvan waarschijnlijk een hoog risico inhoudt voor de rechten en vrijheden van natuurlijke personen voert de verwerkingsverantwoordelijke vóór de verwerking een beoordeling uit van het effect van de beoogde verwerkingsactiviteiten op de bescherming van persoonsgegevens. Eén beoordeling kan een reeks vergelijkbare verwerkingen bestrijken die vergelijkbare hoge risico's inhouden.

2.   Wanneer een functionaris voor gegevensbescherming is aangewezen, wint de verwerkingsverantwoordelijke bij het uitvoeren van een gegevensbeschermingseffectbeoordeling diens advies in.

3.   Een gegevensbeschermingseffectbeoordeling als bedoeld in lid 1 is met name vereist in de volgende gevallen:

a)

een systematische en uitgebreide beoordeling van persoonlijke aspecten van natuurlijke personen, die is gebaseerd op geautomatiseerde verwerking, waaronder profilering, en waarop besluiten worden gebaseerd waaraan voor de natuurlijke persoon rechtsgevolgen zijn verbonden of die de natuurlijke persoon op vergelijkbare wijze wezenlijk treffen;

b)

grootschalige verwerking van bijzondere categorieën van persoonsgegevens als bedoeld in artikel 9, lid 1, of van gegevens met betrekking tot strafrechtelijke veroordelingen en strafbare feiten als bedoeld in artikel 10; of

c)

stelselmatige en grootschalige monitoring van openbaar toegankelijke ruimten.

4.   De toezichthoudende autoriteit stelt een lijst op van het soort verwerkingen waarvoor een gegevensbeschermingseffectbeoordeling overeenkomstig lid 1 verplicht is, en maakt deze openbaar. De toezichthoudende autoriteit deelt die lijsten mee aan het in artikel 68 bedoelde Comité.

5.   De toezichthoudende autoriteit kan ook een lijst opstellen en openbaar maken van het soort verwerking waarvoor geen gegevensbeschermingseffectbeoordeling is vereist. De toezichthoudende autoriteit deelt deze lijst mee aan het Comité.

6.   Wanneer de in de leden 4 en 5 bedoelde lijsten betrekking hebben op verwerkingen met betrekking tot het aanbieden van goederen of diensten aan betrokkenen of op het observeren van hun gedrag in verschillende lidstaten, of op verwerkingen die het vrije verkeer van persoonsgegevens in de Unie wezenlijk kunnen beïnvloeden, past de bevoegde toezichthoudende autoriteit voorafgaand aan de vaststelling van die lijsten het in artikel 63 bedoelde coherentiemechanisme toe.

7.   De beoordeling bevat ten minste:

a)

een systematische beschrijving van de beoogde verwerkingen en de verwerkingsdoeleinden, waaronder, in voorkomend geval, de gerechtvaardigde belangen die door de verwerkingsverantwoordelijke worden behartigd;

b)

een beoordeling van de noodzaak en de evenredigheid van de verwerkingen met betrekking tot de doeleinden;

c)

een beoordeling van de in lid 1 bedoelde risico's voor de rechten en vrijheden van betrokkenen; en

d)

de beoogde maatregelen om de risico's aan te pakken, waaronder waarborgen, veiligheidsmaatregelen en mechanismen om de bescherming van persoonsgegevens te garanderen en om aan te tonen dat aan deze verordening is voldaan, met inachtneming van de rechten en gerechtvaardigde belangen van de betrokkenen en andere personen in kwestie.

8.   Bij het beoordelen van het effect van de door een verwerkingsverantwoordelijke of verwerker verrichte verwerkingen, en met name ter wille van een gegevensbeschermingseffectbeoordeling, wordt de naleving van de in artikel 40 bedoelde goedgekeurde gedragscodes naar behoren in aanmerking genomen.

9.   De verwerkingsverantwoordelijke vraagt in voorkomend geval de betrokkenen of hun vertegenwoordigers naar hun mening over de voorgenomen verwerking, met inachtneming van de bescherming van commerciële of algemene belangen of de beveiliging van verwerkingen.

10.   Wanneer verwerking uit hoofde van artikel 6, lid 1, onder c) of e), haar rechtsgrond heeft in het Unierecht of in het recht van de lidstaat dat op de verwerkingsverantwoordelijke van toepassing is, de specifieke verwerking of geheel van verwerkingen in kwestie daarbij wordt geregeld, en er reeds als onderdeel van een algemene effectbeoordeling in het kader van de vaststelling van deze rechtsgrond een gegevensbeschermingseffectbeoordeling is uitgevoerd, zijn de leden 1 tot en met 7 niet van toepassing, tenzij de lidstaten het noodzakelijk achten om voorafgaand aan de verwerkingen een dergelijke beoordeling uit te voeren.

11.   Indien nodig verricht de verwerkingsverantwoordelijke een toetsing om te beoordelen of de verwerking overeenkomstig de gegevensbeschermingseffectbeoordeling wordt uitgevoerd, zulks ten minste wanneer sprake is van een verandering van het risico dat de verwerkingen inhouden.

Artikel 40

Gedragscodes

1.   De lidstaten, de toezichthoudende autoriteiten, het Comité en de Commissie bevorderen de opstelling van gedragscodes die, met inachtneming van de specifieke kenmerken van de diverse gegevensverwerkingssectoren en de specifieke behoeften van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen, moeten bijdragen tot de juiste toepassing van deze verordening.

2.   Verenigingen en andere organen die categorieën van verwerkingsverantwoordelijken of verwerkers vertegenwoordigen, kunnen gedragscodes opstellen, of die codes wijzigen of uitbreiden, teneinde de toepassing van deze verordening nader toe te lichten, zoals met betrekking tot:

a)

behoorlijke en transparante verwerking;

b)

de gerechtvaardigde belangen die door verwerkingsverantwoordelijken in een specifieke context worden behartigd;

c)

de verzameling van gegevens;

d)

de pseudonimisering van persoonsgegevens;

e)

de aan het publiek en betrokkenen verstrekte informatie;

f)

de uitoefening van de rechten van betrokkenen;

g)

de informatie verstrekt aan en de bescherming van kinderen en de wijze waarop de toestemming wordt verkregen van de personen die de ouderlijke verantwoordelijkheid voor kinderen dragen;

h)

de maatregelen en procedures als bedoeld in de artikelen 24 en 25 en de maatregelen ter beveiliging van de verwerking als bedoeld in artikel 32;

i)

de kennisgeving van inbreuken in verband met persoonsgegevens aan toezichthoudende autoriteiten en de mededeling van die inbreuken in verband met persoonsgegevens aan betrokkenen;

j)

de doorgifte van persoonsgegevens aan derde landen of internationale organisaties; of

k)

buitengerechtelijke procedures en andere procedures voor de beslechting van geschillen tussen verwerkingsverantwoordelijken en betrokkenen met betrekking tot verwerking, onverminderd de rechten van betrokkenen op grond van de artikelen 77 en 79.

3.   Behalve door verwerkingsverantwoordelijken of verwerkers die onder deze verordening vallen, kan bij overeenkomstig lid 5 van dit artikel goedgekeurde gedragscodes die overeenkomstig lid 9 van dit artikel algemeen geldig zijn verklaard, eveneens worden aangesloten door verwerkingsverantwoordelijken of verwerkers die overeenkomstig artikel 3 niet onder deze verordening vallen, om te voorzien in passende waarborgen voor doorgifte van persoonsgegevens naar derde landen of internationale organisaties onder de voorwaarden als bedoeld in artikel 46, lid 2, punt e). Die verwerkingsverantwoordelijken of verwerkers doen, via contractuele of andere juridisch bindende instrumenten, bindende en afdwingbare toezeggingen om die passende waarborgen toe te passen, ook wat betreft de rechten van de betrokkenen.

4.   Een in lid 2 van dit artikel bedoelde gedragscode bevat mechanismen die het in artikel 41, lid 1, bedoelde orgaan in staat stellen het verplichte toezicht uit te oefenen op de naleving van de bepalingen van de code door de verwerkingsverantwoordelijken of verwerkers die zich tot toepassing ervan verbinden, onverminderd de taken en bevoegdheden van de overeenkomstig artikel 55 of 56 bevoegde toezichthoudende autoriteiten.

5.   De in lid 2 van dit artikel bedoelde verenigingen en andere organen die voornemens zijn een gedragscode op te stellen of een bestaande gedragscode te wijzigen of uit te breiden, leggen de ontwerpgedragscode, de wijziging of uitbreiding voor aan de overeenkomstig artikel 51 bevoegde toezichthoudende autoriteit. De toezichthoudende autoriteit brengt advies uit over de vraag of de ontwerpgedragscode, de wijziging of uitbreiding strookt met deze verordening, en keurt deze ontwerpgedragscode, die wijziging of uitbreiding goed indien zij van oordeel is dat de code voldoende passende waarborgen biedt.

6.   Wanneer de ontwerpgedragscode, de wijziging of uitbreiding wordt goedgekeurd overeenkomstig lid 5, en indien de gedragscode in kwestie geen betrekking heeft op verwerkingsactiviteiten in verschillende lidstaten, registreert de toezichthoudende autoriteit de gedragscode en maakt zij deze bekend.

7.   Wanneer een ontwerpgedragscode betrekking heeft op verwerkingsactiviteiten in verschillende lidstaten, legt de overeenkomstig artikel 55 bevoegde toezichthoudende autoriteit deze, vóór goedkeuring van de gedragscode, de wijziging of uitbreiding, via de in artikel 63 bedoelde procedure voor aan het Comité, dat advies geeft over de vraag of de ontwerpgedragscode, de wijziging of uitbreiding strookt met deze verordening, of, in de in lid 3 van dit artikel bedoelde situatie, voorziet in passende waarborgen.

8.   Wanneer in het in lid 7 bedoelde advies wordt bevestigd dat de gedragscode, de wijziging of uitbreiding strookt met deze verordening of, in de in lid 3 bedoelde situatie, passende waarborgen biedt, legt het Comité zijn advies voor aan de Commissie.

9.   De Commissie kan bij uitvoeringshandelingen vaststellen dat de goedgekeurde gedragscode, wijziging of uitbreiding die haar op grond van lid 8 van dit artikel zijn voorgelegd, binnen de Unie algemeen geldig zijn. Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 93, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.

10.   De Commissie zorgt ervoor dat aan de goedgekeurde codes die zij overeenkomstig lid 9 algemeen geldig heeft verklaard, passende bekendheid wordt verleend.

11.   Het Comité verzamelt alle goedgekeurde gedragscodes, wijzigingen en uitbreidingen in een register en maakt deze via geëigende kanalen openbaar.

Artikel 41

Toezicht op goedgekeurde gedragscodes

1.   Onverminderd de taken en bevoegdheden van de bevoegde toezichthoudende autoriteit uit hoofde van de artikelen 57 en 58, kan het op grond van artikel 40 uitgevoerde toezicht op de naleving van een gedragscode worden uitgeoefend door een orgaan dat over de passende deskundigheid met betrekking tot het onderwerp van de gedragscode beschikt en daartoe door de bevoegde toezichthoudende autoriteit is geaccrediteerd.

2.   Een orgaan als bedoeld in lid 1 kan daartoe worden geaccrediteerd om toezicht te houden op de naleving van een gedragscode indien het:

a)

ten genoegen van de bevoegde toezichthoudende autoriteit zijn onafhankelijkheid en deskundigheid met betrekking tot het onderwerp van de gedragscode heeft aangetoond;

b)

procedures heeft vastgesteld op grond waarvan het kan beoordelen of de betrokken verwerkingsverantwoordelijken en verwerkers in aanmerking komen om de gedragscode toe te passen, toezicht kan houden op de naleving van de bepalingen van de gedragscode door deze laatsten en het de werking van de gedragscode op gezette tijden kan toetsen;

c)

procedures en structuren heeft vastgesteld om klachten te behandelen over inbreuken op de gedragscode of over de wijze waarop daaraan uitvoering is of wordt gegeven door een verwerkingsverantwoordelijke of verwerker, en om die procedures en structuren voor betrokkenen en het publiek transparant te maken; en

d)

ten genoegen van de bevoegde toezichthoudende autoriteit aantoont dat zijn taken en bevoegdheden niet tot een belangenconflict leiden.

3.   De bevoegde toezichthoudende autoriteit legt de ontwerpcriteria voor accreditatie van een in lid 1 van dit artikel bedoeld orgaan overeenkomstig het in artikel 63 bedoelde coherentiemechanisme voor aan het Comité.

4.   Onverminderd de taken en bevoegdheden van de bevoegde toezichthoudende autoriteit en de bepalingen van hoofdstuk VIII neemt een in lid 1 van dit artikel bedoeld orgaan, mits er passende waarborgen zijn, de nodige maatregelen ingeval een verwerkingsverantwoordelijke of verwerker een inbreuk pleegt op de gedragscode, waaronder schorsing of uitsluiting van de betrokken verwerkingsverantwoordelijke of verwerker van de gedragscode. Het orgaan stelt de bevoegde toezichthoudende autoriteit in kennis van die maatregelen en van de redenen daarvoor.

5.   De bevoegde toezichthoudende autoriteit trekt de accreditatie van een in lid 1 bedoeld orgaan in indien de voorwaarden voor accreditatie niet of niet meer worden vervuld of indien de door het orgaan genomen maatregelen inbreuk maken op deze verordening.

6.   Dit artikel geldt niet voor de verwerking door overheidsinstanties en -organen.

Artikel 42

Certificering

1.   De lidstaten, de toezichthoudende autoriteiten, het Comité en de Commissie bevorderen, met name op Unieniveau, de invoering van certificeringsmechanismen voor gegevensbescherming en gegevensbeschermingszegels en -merktekens waarmee kan worden aangetoond dat verwerkingsverantwoordelijken en verwerkers bij verwerkingen in overeenstemming met deze verordening handelen. Er wordt ook rekening gehouden met de specifieke behoeften van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen.

2.   Ter aanvulling op de naleving door verwerkingsverantwoordelijken of verwerkers die onder deze verordening vallen, kunnen tevens uit hoofde van lid 5 van dit artikel goedgekeurde certificeringsmechanismen voor gegevensbescherming, gegevensbeschermingszegels of -merktekens worden ingevoerd om aan te tonen dat de verwerkingsverantwoordelijken of verwerkers die overeenkomstig artikel 3 niet onder deze verordening vallen, in het kader van de doorgiften van persoonsgegevens aan derde landen of internationale organisaties onder de voorwaarden als bedoeld in artikel 46, lid 2, punt f), passende waarborgen bieden. Die verwerkingsverantwoordelijken of verwerkers doen, via contractuele of andere juridisch bindende instrumenten, bindende en afdwingbare toezeggingen om die passende waarborgen toe te passen, ook wat betreft de rechten van de betrokkenen.

3.   De certificering is vrijwillig en toegankelijk via een transparant proces.

4.   Een certificering op grond van dit artikel doet niets af aan de verantwoordelijkheid van de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker om deze verordening na te leven en laat de taken en bevoegdheden van de overeenkomstig artikel 55 of 56 bevoegde toezichthoudende autoriteiten onverlet.

5.   Een certificaat uit hoofde van dit artikel wordt afgegeven door de in artikel 43 bedoelde certificerende organen of door de bevoegde toezichthoudende autoriteit, op grond van de criteria die zijn goedgekeurd door die bevoegde toezichthoudende autoriteit op grond van artikel 58, lid 3, of door het Comité overeenkomstig artikel 63. Indien de criteria door het Comité zijn goedgekeurd, kan dit leiden tot een gemeenschappelijke certificaat, het Europees gegevensbeschermingszegel.

6.   De verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker die zijn verwerking aan het certificeringsmechanisme onderwerpt, verstrekt aan het in artikel 43 bedoelde certificeringsorgaan, of, waar van toepassing, aan de bevoegde toezichthoudende autoriteit de voor de uitvoering van de certificeringsprocedure noodzakelijke informatie en verleent het orgaan of de autoriteit toegang tot zijn verwerkingsactiviteiten.

7.   Het certificaat wordt afgegeven aan een verwerkingsverantwoordelijke of een verwerker voor een maximumperiode van drie jaar en kan worden verlengd onder dezelfde voorwaarden, mits bij voortduring aan de relevante eisen kan worden voldaan. Indien van toepassing wordt het certificaat ingetrokken door de in artikel 43 bedoelde certificerende organen of door de bevoegde toezichthoudende autoriteit, wanneer aan de eisen voor de certificering niet of niet meer wordt voldaan.

8.   Het Comité verzamelt alle certificeringsmechanismen en gegevensbeschermingszegels en -merktekens in een register en maakt deze via de daartoe geëigende kanalen openbaar.

Artikel 46

Doorgiften op basis van passende waarborgen

1.   Bij ontstentenis van een besluit uit hoofde van artikel 45, lid 3, mag een doorgifte van persoonsgegevens aan een derde land of een internationale organisatie door een verwerkingsverantwoordelijke of een verwerker alleen plaatsvinden mits zij passende waarborgen bieden en betrokkenen over afdwingbare rechten en doeltreffende rechtsmiddelen beschikken.

2.   De in lid 1 bedoelde passende waarborgen kunnen worden geboden door de volgende instrumenten, zonder dat daarvoor specifieke toestemming van een toezichthoudende autoriteit is vereist:

a)

een juridisch bindend en afdwingbaar instrument tussen overheidsinstanties of -organen;

b)

bindende bedrijfsvoorschriften overeenkomstig artikel 47;

c)

standaardbepalingen inzake gegevensbescherming die door de Commissie volgens de in artikel 93, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure zijn vastgesteld;

d)

standaardbepalingen inzake gegevensbescherming die door een toezichthoudende autoriteit zijn vastgesteld en die door de Commissie volgens de in artikel 93, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure zijn goedgekeurd;

e)

een overeenkomstig artikel 40 goedgekeurde gedragscode, samen met bindende en afdwingbare toezeggingen van de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker in het derde land om de passende waarborgen, onder meer voor de rechten van de betrokkenen, toe te passen; of

f)

een overeenkomstig artikel 42 goedgekeurd certificeringsmechanisme, samen met bindende en afdwingbare toezeggingen van de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker in het derde land om de passende waarborgen, onder meer voor de rechten van de betrokkenen, toe te passen.

3.   Onder voorbehoud van de toestemming van de bevoegde toezichthoudende autoriteit kunnen de in lid 1 bedoelde passende waarborgen ook worden geboden door, met name:

a)

contractbepalingen tussen de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker en de verwerkingsverantwoordelijke, de verwerker of de ontvanger van de persoonsgegevens in het derde land of de internationale organisatie; of

b)

bepalingen die moeten worden opgenomen in administratieve regelingen tussen overheidsinstanties of -organen, waaronder afdwingbare en effectieve rechten van betrokkenen.

4.   De toezichthoudende autoriteit past het in artikel 63 bedoelde coherentiemechanisme toe in de in lid 3 van dit artikel vermelde gevallen.

5.   Toestemmingen die een lidstaat of een toezichthoudende autoriteit op grond van artikel 26, lid 2, van Richtlijn 95/46/EG heeft verleend, blijven geldig totdat zij door die toezichthoudende autoriteit, indien nodig, worden gewijzigd, vervangen of ingetrokken. De besluiten die de Commissie op grond van artikel 26, lid 4, van Richtlijn 95/46/EG heeft vastgesteld, blijven van kracht totdat zij bij een overeenkomstig lid 2 van dit artikel vastgesteld besluit van de Commissie, indien nodig, worden gewijzigd, vervangen of ingetrokken.

Artikel 83

Algemene voorwaarden voor het opleggen van administratieve geldboeten

1.   Elke toezichthoudende autoriteit zorgt ervoor dat de administratieve geldboeten die uit hoofde van dit artikel worden opgelegd voor de in de leden 4, 5 en 6 vermelde inbreuken op deze verordening in elke zaak doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.

2.   Administratieve geldboeten worden, naargelang de omstandigheden van het concrete geval, opgelegd naast of in plaats van de in artikel 58, lid 2, onder a) tot en met h) en onder j), bedoelde maatregelen. Bij het besluit over de vraag of een administratieve geldboete wordt opgelegd en over de hoogte daarvan wordt voor elk concreet geval naar behoren rekening gehouden met het volgende:

a)

de aard, de ernst en de duur van de inbreuk, rekening houdend met de aard, de omvang of het doel van de verwerking in kwestie alsmede het aantal getroffen betrokkenen en de omvang van de door hen geleden schade;

b)

de opzettelijke of nalatige aard van de inbreuk;

c)

de door de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker genomen maatregelen om de door betrokkenen geleden schade te beperken;

d)

de mate waarin de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker verantwoordelijk is gezien de technische en organisatorische maatregelen die hij heeft uitgevoerd overeenkomstig de artikelen 25 en 32;

e)

eerdere relevante inbreuken door de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker;

f)

de mate waarin er met de toezichthoudende autoriteit is samengewerkt om de inbreuk te verhelpen en de mogelijke negatieve gevolgen daarvan te beperken;

g)

de categorieën van persoonsgegevens waarop de inbreuk betrekking heeft;

h)

de wijze waarop de toezichthoudende autoriteit kennis heeft gekregen van de inbreuk, met name of, en zo ja in hoeverre, de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker de inbreuk heeft gemeld;

i)

de naleving van de in artikel 58, lid 2, genoemde maatregelen, voor zover die eerder ten aanzien van de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker in kwestie met betrekking tot dezelfde aangelegenheid zijn genomen;

j)

het aansluiten bij goedgekeurde gedragscodes overeenkomstig artikel 40 of van goedgekeurde certificeringsmechanismen overeenkomstig artikel 42; en

k)

elke andere op de omstandigheden van de zaak toepasselijke verzwarende of verzachtende factor, zoals gemaakte financiële winsten, of vermeden verliezen, die al dan niet rechtstreeks uit de inbreuk voortvloeien.

3.   Indien een verwerkingsverantwoordelijke of een verwerker opzettelijk of uit nalatigheid met betrekking tot dezelfde of daarmee verband houdende verwerkingsactiviteiten een inbreuk pleegt op meerdere bepalingen van deze verordening, is de totale geldboete niet hoger dan die voor de zwaarste inbreuk.

4.   Inbreuken op onderstaande bepalingen zijn overeenkomstig lid 2 onderworpen aan administratieve geldboeten tot 10 000 000 EUR of, voor een onderneming, tot 2 % van de totale wereldwijde jaaromzet in het voorgaande boekjaar, indien dit cijfer hoger is:

a)

de verplichtingen van de verwerkingsverantwoordelijke en de verwerker overeenkomstig de artikelen 8, 11, 25 tot en met 39, en 42 en 43;

b)

de verplichtingen van het certificeringsorgaan overeenkomstig de artikelen 42 en 43;

c)

de verplichtingen van het toezichthoudend orgaan overeenkomstig artikel 41, lid 4.

5.   Inbreuken op onderstaande bepalingen zijn overeenkomstig lid 2 onderworpen aan administratieve geldboeten tot 20 000 000 EUR of, voor een onderneming, tot 4 % van de totale wereldwijde jaaromzet in het voorgaande boekjaar, indien dit cijfer hoger is:

a)

de basisbeginselen inzake verwerking, met inbegrip van de voorwaarden voor toestemming, overeenkomstig de artikelen 5, 6, 7 en 9;

b)

de rechten van de betrokkenen overeenkomstig de artikelen 12 tot en met 22;

c)

de doorgiften van persoonsgegevens aan een ontvanger in een derde land of een internationale organisatie overeenkomstig de artikelen 44 tot en met 49;

d)

alle verplichtingen uit hoofde van krachtens hoofdstuk IX door de lidstaten vastgesteldrecht;

e)

niet-naleving van een bevel of een tijdelijke of definitieve verwerkingsbeperking of een opschorting van gegevensstromen door de toezichthoudende autoriteit overeenkomstig artikel 58, lid 2, of niet-verlening van toegang in strijd met artikel 58, lid 1.

6.   Niet-naleving van een bevel van de toezichthoudende autoriteit als bedoeld in artikel 58, lid 2, is overeenkomstig lid 2 van dit artikel onderworpen aan administratieve geldboeten tot 20 000 000 EUR of, voor een onderneming, tot 4 % van de totale wereldwijde jaaromzet in het voorgaande boekjaar, indien dit cijfer hoger is.

7.   Onverminderd de bevoegdheden tot het nemen van corrigerende maatregelen van de toezichthoudende autoriteiten overeenkomstig artikel 58, lid 2, kan elke lidstaat regels vaststellen betreffende de vraag of en in hoeverre administratieve geldboeten kunnen worden opgelegd aan in die lidstaat gevestigde overheidsinstanties en overheidsorganen.

8.   De uitoefening door de toezichthoudende autoriteit van haar bevoegdheden uit hoofde van dit artikel is onderworpen aan passende procedurele waarborgen overeenkomstig het Unierecht en het lidstatelijke recht, waaronder een doeltreffende voorziening in rechte en eerlijke rechtsbedeling.

9.   Wanneer het rechtsstelsel van de lidstaat niet voorziet in administratieve geldboeten, kan dit artikel aldus worden toegepast dat geldboeten worden geïnitieerd door de bevoegde toezichthoudende autoriteit en opgelegd door bevoegde nationale gerechten, waarbij wordt gewaarborgd dat deze rechtsmiddelen doeltreffend zijn en eenzelfde effect hebben als de door toezichthoudende autoriteiten opgelegde administratieve geldboeten. De boeten zijn in elk geval doeltreffend, evenredig en afschrikkend. Die lidstaten delen de Commissie uiterlijk op 25 mei 2018 de wetgevingsbepalingen mee die zij op grond van dit lid vaststellen, alsmede onverwijld alle latere wijzigingen daarvan en alle daarop van invloed zijnde wijzigingswetgeving.


whereas

dal 2004 diritto e informatica